VII.A.6. Sint Elisabethsconvent
Michael Schoengen, Monasticon Batavum.Deel I. De Franciscaansche orden.(Verhande-lingen der Nederlandsche akademie van wetenschappen, afdeeling letterkunde. Nieuwe reeks, deel XLV) Amsterdam, 1941.
Blz. 119-120: Beschrijving van het St. Elisabethsconvent
Blz. 90-91 (supplement): Beschrijving van het St. Elisabethsconvent.
P. Dalm van Heel, De tertiarissen van het Utrechts Kapittel. In: A.A.U. LXIII (1939), blz. 1-382.
Blz. 73: Oud handschrift van het Elisabethsconvent betreffende "Twaalf redenen voor het verval der kloosterse tucht"
Blz. 90: Huissen St. Elisabethsconvent
Blz. 168-171: Beschrijving St. Elisabethsconvent met lijst van paters en maters en literatuurlijst
Blz. 334: 15e eeuws handschrift van Meyster Jordanus (van Quedlinburg) (225 blz.) met sermoenen afkomstig uit het St. Elisabethsconvent. Dit handschrift berust bij de Kon. Bibliotheek te 's-Gravenhage.
H.v.R., Historie ofte beschryving van ‘t Utrechtsche Bisdom... (3 dln). Leyden, 1719.
Deel 3 blz. 265-279: Parochie te Huissen, alsmede St. Elisabethsconvent.
Elisabeths-klooster te Huissen. In: De Navorscher 1883, blz. 482-483.
Extractum ex Actis Capitularibus Neerl. Seraph VII (1933).
Blz. 471: Over de Franciscanessen te Huissen.
J.H.F. Zweers, Paters van het St. Elisabethsconvent (1449-1811/1812). In: Med. H.K.H. jrg. 23 (1998), blz. 86-90.
J.H.F. Zweers, De Kroniek van het St. Elisabethsconvent. In: In: Med. H.K.H. jrg. 23 (1998), blz. 152-156; jrg. 24 (1999), blz. 34-35, 50-52, 131-132, 176; jrg. 27 (2002), blz. 168-169; jrg. 28 (2003), blz. 58-59; 104-107, 156-159; jrg. 30 (2005), blz. 123-126.
Kroniek van het Elisabethsklooster te Huissen. In: Godsdienstvriend LXXXIV (1860), blz. 82.
J.S. van Veen, Uit de geschiedenis van het St. Elisabethsklooster of Zustershuis te Huissen. In: A.A.U. XXIX (1903), blz. 40-57.
R.R. Post, Kerkgeschiedenis van Nederland in de Middeleeuwen, (2 dln) Utrecht, 1957.
Blz. 84: 1448, 7 september. Hertog Adolf van Kleef gaf verlof tot het stichten van een klooster te Huissen en stelde dit vrij van alle schatting, dienst, last en onraad, die hem schuldig zou kunnen zijn. (Bron A.A.U. dl XXIX (1903).
M.H. de Vries, De kerk van het St. Elisabethsconvent. In: Med. H.K.H. jrg. 4 (1978/1979), blz. 170-198.
M.H. de Vries, De bezittingen van het St. Elisabeths-convent. In: Med. H.K.H. jrg. 18 (1993), blz. 117-125; jrg. 19 (1994), blz. 27-37, 58-62, 105-110, 137-143, 166-174; jrg. 20 (1995), blz. 27-30, 115-118; jrg. 21 (1996), blz. 170-173.
R.F.P. de Beaufort en Herma M. Van den Berg, De Nederlandse monumenten van geschiedenis en kunst. Deel III De provincie Gelderland. Eerste stuk het Kwartier van Nijmegen onderdeel: De Betuwe benevens o.m. de graafschappen Buren en Culemborg. ‘s-Gravenhage, 1968.
Blz. 293: Klok van het St. Elisabethsconvent bevindt zich in Driel.
H.L. Driessen, Uit de kerkelijke geschiedenis van Wageningen. In: B.M. Gelre XL (1937), blz. 45-91.
Blz. 72: 1812, orgel van het St. Elisabethsconvent overgebracht naar Wageningen.
Blz. 73: Laurentius Pilsen kapelaan te Wageningen (1678-1680) daarna naar Huissen.
C.R. Hermans, Annales Canonicorum Regularium S. Augustini Ordinis S. Crucis. (3 dln.) 's-Hertogenbosch, 1858.
Deel 1, 2e stuk blz. 10: Het zustersconvent in Huissen belooft het St. Agathaconvent vijf Rijnse guldens
Deel 3, blz. 20: 1520, 10 november, aanhef en slot van de oorkonde waarbij genoemde schenking wordt gedaan.
S. Muller, Regesten van het archief der bisschoppen van Utrecht (722-1528). Utrecht, 1919
Regest 5366: 1517, convent te Huissen.
A. Johanna Maris, De raadskamers of hoven van Karel den Stoute in Gelre en Zutphen, 1473-1477. In: B.M. Gelre LVI (1957), blz. 45-123.
Blz. 72: 1474, 26 mei appelleerden Hendrick Zaelbosch c.s. tegen een sententie gewezen ten voordele van het convent van Huissen. Appel wordt aangetekend bij het Parlement van Mechelen.
Huib Leeuwenberg,‘Een curieus paepgen’. Victor Scorel (ca.1540-1617) kapittelvicaris, landmeter en missionaris. In: Jaarboek Oud Utrecht 2008, pag. 5-47.
Blz. 25: Over de nauwe verbinding van Scorel met het Elisabethsklooster in Huissen.
J.J. Dodt van Flensburg, Archief voor kerkelijke en wereldsche geschiedenissen, inzonderheid van Utrecht. VIe Deel. Utrecht, 1846.
Blz. 229-233: Stukken aangaande het convent van St. Elisabeth, binnen Huyssen (1575).
J. Eeuwes, Huissense kloosterlinge luidt de noodklok (1579). In: Med. H.K.H. jrg. 38 (2013), blz. 145-146.
Betreft zuster Barbara Visscher.
J.H.F. Zweers, Pest in het St. Elisabethsconvent in 1635 of in 1636 (?). In: Med. H.K.H. jrg. 23 (1998), blz. 85.
Arthur Plettinck, Eymeren. In: Navorscher 1883.
1537: Bijlegging conflict over Eymeren.
Stukken aangaande het convent van St. Elisabeth, binnen Huyssen. (1575). In: J.J. Dodt van Flensburg [ed.], Archief voor kerkelijke en wereldsche geschiedenissen, inzonderheid van Utrecht. Deel VI (1846), blz. 229-233.
J.H.F. Zweers, Getroffen door wanbeleid en pest (Het St. Elisabethsconvent, 1566-1575). In: Med. H.K.H. jrg. 23 (1998), blz. 91-94
J.L.L. Taminiau, Geschiedenis van Elst in de Over Betuwe en zijn R.K. Parochie vanaf het jaar O.H. 690 tot op onze dagen. Utrecht, 1946.
Blz. 73-74, 130-131: Over het St. Elisabethsklooster te Eimeren en de contacten met het St. Elisabethsconvent te Huissen; de vlucht van de Eimerense zusters naar Huissen.
A. Johanna Maris, Over de Sint Werenfriedskerk te Elst en de daarmee verbonden stichtingen. n: B.M. Gelre LIV (1954), blz. 57-142.
Blz. 84: Huissen en Malburgen zijn door komgrondgebieden van Elst gescheiden
Blz. 86: Huissen en Malburgen behoren tot het decanaat Betuwe
Blz. 91: 1621 Zusters van Eimeren wonen te Huissen en doen tevergeefs een poging de beschikking te krijgen over hun goederen te Eimeren.
Joh. H.K. Jonckers, Uit eene geschiedenis der Over Betuwe. De middeleeuwsche Christelijke kerk in de Overbetuwe. In: Geldersche Volksalmanak 1875, blz. 139-167.
Blz. 156: Nonnen van het klooster Eymeren vluchten naar Huissen.
M.Th.J. van der Vorst, Holland en de troebelen in de Hollandse Zending 1702-1727 (Diss. Nijmegen, 1960).
Blz. 38: Van Beest rector van het St. Elisabethsconvent
Blz. 52: Neercassel en Codde vertoefden te Huissen
Blz. 143: Damen benoemt Van Beest in 1709 tot pater van het St. Elisabethsconvent.
Blz. 189: 1718, Bijeenkomst van prelaten te Mechelen. Van Bijlevelt dient domicilie te kiezen in Emmerik, Huissen of Arnhem
Blz. 190: 1719, Bijlevelt komt naar Huissen maar de nonnen weigeren hem op te nemen.
H.W.J. Derksen, Dertien nonnen dansten en stierven daarna aan de pest. In: De Gelderlander van 20 juni 1972.
J.H.F. Zweers, Pest in het St. Elisabethsconvent in 1635 of in 1636 (?). In: Med. H.K.H. jrg 23 (1998), blz 85.
M.G. Spiertz, Ambtelijk onbegrip. Kanttekeningen bij de breuk Rome-Utrecht. Nijmegen, 1972.
Blz. 17: 1656, De Metz dient een onderzoek in te stellen naar de tucht in het St. Elisabethsconvent.
J. Barten, De affaire Griffinius. In: Archief voor de Geschiedenis van de Katholieke Kerk in Nederland jrg. 11 (1969), blz. 257-275.
Blz. 257-262: Problemen rond de erfenis van Griffinius na zijn dood in Huissen in 1641
Blz. 266-267; 272-275: Bijlagen bij de bovengenoemde erfeniskwestie.
J.C. van der Loos, Pastoors van Soeterwoude. In: Bijdragen voor de geschiedenis van het Bisdom van Haarlem. XXVIII (1904), blz. 421-442.
Blz. 423-425: Het leven van Johannes Vosch, pater te Huissen (1670-1676)
Blz. 437-439: Levensbeschrijving van P.J. Otgen, pater geworden in 1739.
J.H. Hofman, Irnsum (Vervolg) In: A.A.U. XX (1893), blz. 161-258.
Blz. 173-174: Levensbeschrijving van Johannes de Jager, rector van de Latijnsche School binnen het St. Elisabethsconvent (1705-1708).
J.F. Vregt, De vroegere Collegiën of Semenariën tot opleiding van Geestelijken voor de Hollandse Missie. In: Bijdragen voor de geschiedenis van het Bisdom van Haarlem. VIII (1880), blz. 1-55.
Blz. 14-15: Stichting Latijnse School in het Convent door Van Neercassel.
J.H.F. Zweers, Het tweede orgel van het St. Elisabethsconvent. In: Med. H.K.H. jrg. 31 (2006), blz. 142-145.
J.S. van Veen, Petrus van Beest (Pater van het Zusterhuis te Huissen overleden 8 december 1738). In: A.A.U. XXIX (1903), blz. 58.
H.J. Allard, Bekeerlingen onder de Geestelijkheid van 't Haarlemsche Bisdom. In: Bijdragen voor de geschiedenis van het Bisdom van Haarlem II (1874), blz. 276-361.
blz. 345: 1721, Petrus van Beest is rector en er zijn 34 nonnen in het convent.
J.G.H.G. Essink, Echt Pruisisch. Snippers uit een oud aantekeningboek van het St. Elisabethsklooster te Huissen. In: Godsdienstig, Geschied- en Letterkundig Maandschrift 71 deel Nieuwe Reeks vijfde deel (1877), blz. 184-187. (faksimile van dit artikel in: Med. H.K.H. jrg. 6 (1981), blz. 11-14.)
H.W.J. Derksen, Huissense voorvallen als "wapen" tegen "Kulturkampf" In: Med. H.K.H. jrg. 6 (1981), blz. 11-15.
J.F. Vregt, Het Apostolisch-Vicarisschap van Johannes van Bijlevelt. II. In: Bijdragen voor de geschiedenis van het Bisdom van Haarlem Deel II (1874), blz. 1-48.
blz. 9: Over de komst van Bijlevelt naar Huissen.
M.Th.J. van der Vorst, Holland en de troebelen in de Hollandse Zending 1702-1727 (Diss. Nijmegen, 1960).
Blz. 38: Van Beest rector van het St. Elisabethsconvent
Blz. 52: Neercassel en Codde vertoefden te Huissen
Blz. 143: Damen benoemt Van Beest in 1709 tot pater van het St. Elisabethsconvent.
Blz. 189: 1718, Bijeenkomst van prelaten te Mechelen. Van Bijlevelt dient domicilie te kiezen in Emmerik, Huissen of Arnhem
Blz. 190: 1719, Bijlevelt komt naar Huissen maar de nonnen weigeren hem op te nemen.
A.A.J. van Rossum, Catalogus R.R. D.D. Pasturum ac missionarium defunctorium quorum nomina annotata inveni. In: A.A.U. I (1875), blz. 307-318.
Blz. 317: 1738, 8 december Huissia Petrus van Beest overleden.
J.H. Hofman, Verloren Sprokkels. In: Bijdragen voor de geschiedenis van het Bisdom van Haarlem. I (1893), blz. 421-434.
blz. 433: 1739, P.J. Otgen rector van het St. Elisabethsconvent.
M.H. de Vries, Belangrijk archiefstuk van St. Elisabethsconvent terug. In: Med. H.K.H. jrg. 5 (1979/1980), blz. 257-262; jrg. 6 (1981), blz. 24-2; jrg. 7 (1982), blz. 143-147.
Weer stuk uit conventsarchief boven water. In: Med. H.K.H. jrg. 9 (1984), blz. 101.
Herman Granier, Preussen und die katholische Kirche seit 1640. Nach den Acten des geheimen Staatsarchives Achter Theil von 1797 bis 1802. Leipzig, 1902 (Publicationen aus den K. Preussishen Staatsarchiven deel 76).
Blz. 667-668: Staats-Minister graaf Haugwitz over wat te doen met de geestelijken uit het opgeheven St. Elisabethsconvent d.d. 1 november 1802.
J.H.F. Zweers, Een gift in 1818. In: Med. H.K.H. jrg. 16 (1991), blz. 53-57.
J.H.F. Zweers, Het einde van het St. Elisabethsconvent. In: Med. H.K.H. jrg. 4 (1978/79), blz. 38-44