II.B. Voorkleefse periode (tot 1242)
Tussen 800 en 900 was rumoerigste tijd in geschiedenis van de Betuwe. In: De Gelderlander van 12 mei 1955.
S.J. Fockema Andræ, Uit de Overbetuwe. Met een aantekening door Jhr. Mr. A.H. Martens van Sevenhoven. In: B.M. Gelre XXXIX (1936), blz. 13-32.
Blz. 16: In de Merovingische en Karolingische tijd was er een curtis te Malburgen.
Blz. 26: Over het beheer van de gemene gronden in Malburgen vanaf 1886.
K.A.F. Pertz (ed), Chronicom Laureshamense. In:. Monumenta Germaniae Historica: Tomes XXI. Hannover, 1869 blz. 407-409
Blz. 334-335: Chronicom Lavreshamene. (met oudste vermelding van Huissen)
Die Urkunden der Deutschen Könige und Kaiser (Monumenta Germaniae Historica). Hannover 1900-1903.
No 339: Goederen van klooster te Sithiu te Hosanheim
E. Smit, Flandersche Erfpachtslant. In: Med. H.K.H. jrg. 2 (1976/77), blz. 112.
W.A. van Spaen, Oordeelkundige inleiding tot de Historie van Gelderland. Derde deel. Utrecht, 1804.
Blz. 192: 1020, Rutger van Kleef. Hof te Huessen (?)
Blz. 365: vóór 1018, Huissen mogelijk bezit van Balderik.
Fr. Weibels, Die Großgrundherrschaft Xanten im Mittelalter. Neustadt/Aisch, 1959.
Blz. 25-26: 1240 en 1244 grondaankopen in Huissen.