Valom en Stavast
Bomen genoeg. Eiken, Wilgen, Berken, Sparren en Populieren... straat. De echte bomen leggen het in het Zandse Vierkant in aantallen af tegen de talloze verkeersmaatregelen, zoals asverleggingen en afsluitingen. Hier wordt de automobilist het bos ingestuurd.
Door JOOP BRONS
Het Zand is veel meer dan een wijk van Huissen. Het was ooit een dorp binnen de stadsgrenzen, compleet met eigen school, parochie, (bloeiend) verenigingsleven, voetbalclub, winkels en minstens vier café’s. Sinds het Binnenveld de kloof tussen de Stadse keienvrèters en Zandse slaotkoppen heeft gedicht is er echter meer sprake van een wijk dan er voorheen ooit geweest is. Het Zand.
De naam laat aan duidelijkheid niets te wensen over. De zuidelijke punt van Huissen is voor de bedijking, zo’n zeshonderdvijftig jaar geleden, veelvuldig overspoeld door Rijnwater. De oeverwallen werden herhaaldelijk doorbroken en telkens spoelde er een nieuwe laag zand over de rivierklei. En ook tussen 1327 en 1769 werden bij talloze dijkdoorbraken nieuwe zandlagen aangebracht. Heel lang was het onland, slechts goed voor de lepralijders en voor het voltrekken van doodvonnissen. Galgenplek heette het terrein.
Een Zandse in hart en nieren is Sjaak van Wissen. Kapper in ruste, althans bijna. Op een historische kaart van bijna driehonderd jaar oud, staat een van zijn voorvaderen met naam genoemd: Arend van Wissen. Precies op de plaats, waar zich nu nog de kapsalon bevindt. „Mijn overgrootvader was kleermaker. Maar hij had ook een bierhuis. Daar kwam ’s avonds de hele buurt bij elkaar. En omdat hij waarschijnlijk als kleermaker toch een schaar bij de hand had, knipte hij ook wel eens bezoekers.” Het is overgrootvader Van Wissen niet goed vergaan. „Hij moest op zekere dag met paard en wagen naar de overkant en misschien had ie wel ’n borreltje op. In ieder geval werden de blokken niet goed voor de wielen gezet, waardoor paard en wagen en mijn overgrootvader in het water verdwenen. Drie dagen later werd hij door een visser in een bootje uit het water gevist.”
Het bierhuis Van Wissen sloot in 1917, om plaats te maken voor de kapsalon. Maar aan bier is geen gebrek geweest op ’t Zand. Nieuwe Diep, de Valom, het Wapen van Huissen en Lombok zorgden voor voldoende aanvoer. Lombok werd overigens zo genoemd omdat er nogal eens werd gevochten. De naam was een vingerwijzing naar de gevechten van de Nederlanders in Indië, op Lombok (Atjeh). Het zal wel aan de plaats hebben gelegen. Ook discotheek De Carrousel hield immers die naam hoog. Namen hebben toch iets magisch op ’t Zand. Schiphol is zo’n voorbeeld, maar ook De Valom mag er wezen. In het boek Volk in Nood, een oorlogsgedenkboek dat in Tiel is uitgegeven, staat een waanzinnig verhaal over de oorsprong van de naam. Die geschiedenis gaat over een kudde olifanten die in de tijd van de Batavieren ware verwoestingen aanrichtte in de Betuwe. De bevolking, die de oogst telkens platgetrapt zag, ging in Zetten bij de hoogste baas van de Batavieren te rade. De Batavierenbaas riep de Betuwnaren bij elkaar. In een bos achter Bemmel raadde hij de bevolking aan om vaten met gerstenbier buiten te zetten. De dronken olifanten zouden dood neervallen, zo beloofde hij. Niets van dat al. De olifanten hadden een kwade dronk: in razernij werd alles omgeploegd wat ze op hun weg tegenkwamen. En de volgende dag werd vanuit Huissen gemeld dat de olifanten op de plaats van de huidige Langestraat hun roes stonden uit te slapen, leunend tegen elkaar. Het opperhoofd verweet vervolgens de klagers dat ze te zuinig met het bier waren geweest. Ze waren alleen maar razend gemaakt, in plaats van dronken. De stamwijze raadde zijn onderdanen aan opnieuw bier buiten te zetten, maar nu genoeg. Bovendien moesten de bomen in het bos bij Huissen bijna worden doorgezaagd. Hij wist namelijk dat de beesten moesten leunen om te kunnen slapen. De andere dag zagen de Batavieren de olifanten liggen door elkaar en tussen en onder de bomen. Sinsdien heet het gebied De Valom.
Tja.
Maar er is nog een ander verhaal. Ergens vorige eeuw werden gelijktijdig twee huizen gebouwd. Een op de hoek van de Gochsestraat en Stadswal (tegenover het café) en één aan de Bloemstraat. De eerste zakte op zeker moment in, de ander bleef staan. Daarmee waren Valom en Stavast geboren. Dat verhaal is niet onwaarschijnlijk. Verzakkingen zijn op het Zand zelfs de laatste jaren nog herhaaldelijk voorgekomen. Een gevolg van de laag zand, die achteraf nog te dun was om zonder palen te kunnen bouwen. Daardoor ontstonden scheuren in de Huissense bomenwijk. Van Wissen
over het Zandse groen: „Ach, vroeger stonden er ook nauwelijks bomen. Hooguit ‘knoepers’ en rode bessen tussen de sla en andere groenten. Krüpgruun, zal ik maar zeggen.”
Deze aflevering van de serie Van Hel en Hemeltje was in april 1998 in de Betuwse editie van De Gelderlander te lezen.