Liefdesnest
Bergerden. Bedreigd gebied. Nog zijn hier de torens van Huissen, Zand en Bemmel te zien. Vanaf volgend jaar groeit op deze plaats een kassenpark, de glazen droom van de op vooruitgang beluste tuinder. Of is het juist de nachtmerrie van de verstotenen van de Waalsprong?
Door Joop Brons
Naast de Heuvelsestraat waar het asfalt aan de schoenen plakt, staat de maïs nog geen twee decimeter hoog. Een kievit heeft tussen de kaarsrechte rijen opschietend groen een nest gebouwd. De vogel is in de warme junizon een verbeten luchtoorlog begonnen tegen een fazant die zich te dicht in de buurt van zijn domein heeft gewaagd. De ene onbesuisde duikvlucht na de andere wordt uitgevoerd, zonder dat de vijand op de grond zich van zijn plaats laat jagen.
De kievit draait een rondje en scheert opnieuw rakelings over de indringer. Hij weigert hardnekkig te capituleren voor het gespuis dat zijn nest bedreigt.
Bergerden ligt op de grens van Bemmel en Huissen. De bewoners stemmen in Bemmel, maar kiezen overwegend voor Huissen. Jaren geleden al hield Bart Leijser, thans wethouder te Huissen, een pleidooi om Bergerden van Bemmel los te weken. De Bergerdensen gaan immers in Huissen ter kerke en zoeken ook daar ook hun winkels en scholen. De dreigende herindeling lijkt defintief af te rekenen met dit territoriaal probleem tussen beide gemeenten.
Volgens Gijs Vermeulen, een van de bewoners van het gebied, dankt Bergerden de naam aan de bescheiden hoogteverschillen in het landschap. In ‘Bèrgten’, zoals dit laaggelegen stuk Betuwe ook wel wordt genoemd, zijn de boerderijen gebouwd op minimale heuveltjes. De voorkeur voor die hoge droge woonplaatsen werd ingegeven door de immer aanwezige en begrijpelijke angst voor overstromingen.
Aan de Heuvelsestraat harkt boerin Brink het versgemaaide gras naar het midden. Zo gaat er straks geen spriet verloren als haar man met de trekker machinaal het werk op het weiland afmaakt.
Beiden weten officieel nog steeds niets van het immens grote terrein voor de glastuinbouw dat straks ook hun grondgebied zal opvreten. En over drie weken al praten de Bemmelse en Huissense politici over de ingrijpende plannen voor het gebied. De Brinken maken zich ernstig zorgen over waar ze naar toe moeten met hun bedrijf. Voor een varkensmester met driehonderdzeventig zeugen wordt Nederland immers steeds kleiner. Te klein, vrezen ze.
En wie kent in Bergerden niet het ‘liefdesnest’, zoals het gebouw tot in de verre omgeving wordt genoemd? De bungalow aan de Heuvelsestraat werd dik twintig jaar geleden gebouwd voor een aanstaand bruidspaar. Toen de relatie vlak voor het huwelijk knapte, bleef de woning jaar in, jaar uit onbewoond staan. De bouwer wilde er niet meer in wonen. En alle anderen mochten niet.
Honderden mensen, die zich niet lieten afschrikken door gebarsten ruiten en grauwe, gescheurde vitrages, hebben in de achterliggende jaren geprobeerd het afgelegen huisje te kopen. Tevergeefs.
De eigenaar zwijgt als het graf over zijn halsstarrige weigering te verkopen. „Moet ìk toch weten”, klinkt zijn sobere commentaar.
Het huis, zonder licht en water, voert een verbeten gevecht tegen de tand des tijds. De vernielende hand van vandalen wordt nog slechts tegengehouden door de sociale controle van de buurtbewoners.
Het liefdesnest, ooit een monument van liefde, lijkt steeds meer een toonbeeld van onverzettelijkheid te worden. Maar het is de vraag of dit monument zich ook staande weet te houden tegen het planologisch geweld dat kassenpark Bergerden met zich meebrengt.
Dit verhaal verscheen op 16 juni 1996 in De Gelderlander in de serie Hel en Hemeltje. Het Liefdesnest is inmiddels gesloopt. De bungalow heeft plaats gemaakt voor immense kassen.