Sinterklaasbastion
Een meeuw krijst met opengesperde snavel op de wolkenboom aan de Doornenburgse Sterreschans. Het kunstwerk onder zijn gekromde pootjes schreeuwt in stilte. Archipel, zoals de kunstenaar zijn idee heeft gedoopt, knalt in felblauw tegen het grauwe wolkendek en het groen van de weilanden.
Door Joop Brons
Het water in het Pannerdensch Kanaal staat laag. Vanaf de dijk zijn de torens van Pannerden en Kekerdom te zien. De stilte van het moment wordt verstoord door een scheepsmotor die op volle toeren begint te draaien. De rijnaak manoeuvreert zich langszij het bunkerschip tegenover de Doornenburgse Sterreschans. Door de eeuwen heen is Doornenburg strategisch van bijzondere betekenis geweest. En niet eens zozeer om het prachtige kasteel dat het dorp landelijk bekend heeft gemaakt. Vooral bij het water bewijzen niet minder dan drie vestingwerken de belangrijke ligging van Doornenburg.
De naamgever van het gebiedje bijvoorbeeld: de Sterreschans. Een stervormige versterking uit de achttiende eeuw, waarvan twee punten nog duidelijk herkenbaar zijn. Het beschermde gebied wordt beheerd door de scoutinggroep St. Maarten, die er een pas vernieuwde blokhut heeft. Aan de andere kant van de Pannerdenseweg is de stervorm veel moeilijker terug te vinden. Hoewel: de kronkels in de weg spreken hier nog voor zich. Helemaal onneembaar was de vesting niet. Op 11 januari 1795 werd de Sterreschans ingenomen door de Fransen.
Maar ook het Pannerdensch Kanaal is oorspronkelijk gegraven uit puur strategische overwegingen. De oude Rijn was zozeer verzand dat steden als Arnhem en Wijk bij Duurstede niet meer per schip waren te bereiken. In 1672 zagen de Fransen zelfs kans Gelderland en Utrecht te bezetten, omdat ze bij Lobith gewoon door de Rijn konden lopen.
Enkele jaren later werd besloten uit lijfsbehoud een vier meter brede gracht te graven tussen de Waal en de Peppelgraaf. Het dorpje Pannerden verhuisde plotsklaps van de Betuwe naar de Liemers. In 1701 was de gracht een feit.
Door de kracht van het water (geholpen door gretige mensenhanden) schuurde de gracht al snel uit tot een echte waterweg. Tot vreugde van Rijnoeversteden, die daardoor hun handel weer zagen opbloeien. En tot grote ergernis van steden als Nijmegen en Dordrecht die werden geconfronteerd met onverwachte concurrentie.
In de negentiende eeuw werd de tot Pannerdensch Kanaal uitgegroeide gracht onderdeel van de IJssellinie. En om die oorlogsbescherming een extra dimensie te geven, besloot men tot de bouw van Fort Pannerden. Dit karwei werd in 1871 voltooid, maar het bolwerk is nooit of te nimmer van enige invloed geweest op wat voor oorlogshandeling dan ook.
Na de laatste oorlog oefende het mysterieuze fort alleen nog maar aantrekkingskracht uit op avonturiers. Opgeschoten jongens die hun leven in de waagschaal stelden door in de stikdonkere en halfgesloopte vesting te spelen.
Maar ook volwassen mannen die elkaar opjaagden met paintballshooting.
Intussen is het bouwwerk in handen van een stichting die er een heus museum van wil maken. Een stichting die nu al jaren oorlog voert om de broodnodige subsidies binnen te halen.
Sterreschans heeft nog een onvermoede vesting: een waar Sinterklaasbastion.
Hotelrestaurant Rijnzicht is jarenlang de gezellige grimesalon van de Sinterklazen van Huissen en Doornenburg geweest. De twee goedheiligmannen werden hier klaar gemaakt voor de jaarlijkse intocht. Twee sinten en een groeiende groep pieten die het onvoorwaardelijk geloof van de Sterreschanse peuters zwaar op de proef hebben gesteld. De voormalige exploitant J. Cornelissen kan er achteraf nog smakelijk om lachen.
Ooit, meer dan tien jaar geleden, dreigde het echt fout te lopen in dit veerhuis van stoomboten. De Doornenburgse sint werd stroomafwaarts gebracht om bij de veerstoep weer te kunnen worden ingehaald. Veel vroeger dan anders: de Huissense Klaas was nog niet eens vertrokken. En tot overmaat van ramp groeide buiten het aantal zingende kinderen op de dijk.
Een Doornenburgse organisator zag het lijk al drijven. „Als jullie het wagen om nú naar buiten te komen, dan komt die van ons straks ook naar Huissen.”
Duidelijke, maar wel dreigende taal.
Goede raad was peperduur. De klok tikte de minuten weg: ook in Huissen stond immers zoet en stout dooreen ongeduldig op de veerstoep te wachten. De politie toonde zich op dat moment de enige echte kindervrind. De patrouillebus werd achterwaarts de zaal van Rijnzicht ingereden. Sinterklaas werd, aangekleed en wel, plat op de vloer van het busje gelegd. De rode mantel als tijdelijke vloerbedekking van een dienstwagen. Bovenop Sinterklaas kwamen nog enkele Pieten, zodat er nog geen baardhaar meer van de Spaanse bisschop te zien was.
De politiebus reed vervolgens tussen de zingende kinderen door om zijn vreemde vrachtje af te leveren bij de Peppelgraaf. Daar lag de Huissense stoomboot al afgemeerd.
Maar het is nooit meer helemaal goed gekomen tussen de beide sinten.
Dit deel van de serie Hel en Hemeltje verscheen begin december 1997 in de Betuwe-editie van De Gelderlander. De Huissense Sinterklaas was destijds Sjaak van Wissen en één van de Pieten was zijn latere opvolger Jan Zweers. Een toeval dat onvermeld bleef in die Sinterklaasaflevering was de naam van de polder bij het clubhuis der Sinterklazen: de Klompenwaard.