Eindjes

Het is de plaats waar de A15 smoort in het Bemmelse land. De sterk vermagerde autobaan eindigt in een ordinaire T­splitsing: een doodlopende snelweg. Een wandelingetje leert dat het gebied aan elkaar hangt van losse eindjes.

Door Joop Brons

De Laatste Stuiver. De naam is alleen nog terug te vinden op landkaarten. En zelfs daar dreigt een roemloos einde. Over enkele jaren dendert elke drie minuten een goederentrein over het gebied.
Berta van Piet de Stuuver heeft de hoop nog niet helemaal opgegeven. „Ik heb gisteren naar de koningin geluisterd en die zei niks meer over de Betuweroute. Als je het mij vraagt dan gaat het helemaal niet door.” Maar inwendig weet ze dat het gevecht tegen de bierkaai allang is verloren.

Het huis draagt geen naam, maar volgens Berta Roelofs heet het gebouw wel degelijk De Laatste Stuiver. Net zoals het café, een eeuw geleden. „Hier op de plaats waar je nu staat, daar stond het. De mensen hadden geen geld en de lèste stuuver die ze nog over hadden als ze uit de kerk kwamen, die werd hier verteerd.” Haar man Piet, inmiddels in de negentig, is nog geboren in het oude gebouw. En zelfs zijn grootvader heeft er gewoond.
In de oorlog is het met de grond gelijk gemaakt. Het pand lag op een steenworp afstand van De Heuvel, een plaats waar zich nu 52 jaar geleden afschuwelijke gevechten hebben afgespeeld. In het gebied bleef geen steen op de andere. De Duitsers lieten geen poging onbenut om de tactisch belangrijke Heuvel te kunnen behouden. Granaten, geweervuur, kolossale tanks (Königstigers) en kanonnen lieten geen spaan heel van het gebied.
Na de oorlog verrees de volgende Stuiver, die nu blijkt de àllerlaatste te zijn. De koopmannen van de Nederlandse Spoorwegen zijn al aan de deur geweest.
„Maar ze boden veul te weinig.”
Ze heeft oog noch oor voor de autoweg achter de woning en wijst naar het noorden. „Een prachtig uitzicht. En praat me niet over die vrijstaande woningen van vandaag de dag. Dìt is vrijstaand, helemaal niks in de buurt. Dat hier is toch een hemel op aarde? En zijn we daar niet allemaal naar op zoek? Nee, dan zullen ze beter voor de dag moeten komen. Héél wat beter.”

De Laatste Stuiver staat aan een blindedarm van de Dikelsestraat. Het straatnaambordje staat weliswaar op de gevel, maar niemand zal het lezen. Het weggetje loopt sinds een jaar op zeventien dood. Sinds het moment waarop de A15 als een mes de rechtstreekse verbindingen met Bemmel heeft afgesneden.
Ook de Karstraat, waar de Dikelsestraat op eindigde, werd omgelegd. Vier kaarsrechte rijen peppels van pakweg tweehonderd meter herinneren nog aan de oude, van oorsprong gevaarlijk kronkelende verbinding tussen Huissen en Bemmel.
Het wegdek heeft plaatsgemaakt voor gras en brandnetels, verder groeit er weinig.
Zowel het oude stukje Karstraat als het eindje Dikelsestraat hebben hun langste tijd gehad. Ze moeten plaats maken voor een spoorweg.
Berta wijst: „Kijk daar bij die hoogspanningsmast, dáár moet ie komen. Ze hebben het me al verschillende keer verteld en uitgetekend.”
De mast (nummer 42, volgens een knalgeel bord) staat in een weiland dat pas gemaaid is. Maar ook langs de slootkant groeit weinig bijzonders meer. De schermbloemen zijn afgestorven. De bruine restanten worden door de stevige wind heen en weer gezwiept. Hier en daar is nog een geel bloemetje te zien: wat boterbloemen en jacobskruiskruid. Maar het einde van het seizoen is in zicht.
Het is niet het enige einde.

Deze aflevering van een serie portretten van de topografische vlekjes die nog bij naam worden genoemd op de kaart van de Betuwe verscheen op 20 september in de Betuwse editie van De Gelderlander. De Laatste Stuiver is inmiddels verdwenen en het ziet er naar uit dat na jaren van touwtrekken de A15 eindelijk wordt doorgetrokken. Berta heeft uiteindelijk ook de Betuweroute niet kunnen tegenhouden.

Door Joop Brons

De Laatste Stuiver. De naam is alleen nog terug te vinden op landkaarten. En zelfs daar dreigt een roemloos einde. Over enkele jaren dendert elke drie minuten een goederentrein over het gebied.

Berta van Piet de Stuuver heeft de hoop nog niet helemaal opgegeven. „Ik heb gisteren naar de koningin geluisterd en die zei niks meer over de Betuweroute. Als je het mij vraagt dan gaat het helemaal niet door.” Maar inwendig weet ze dat het gevecht tegen de bierkaai allang is verloren.
Het huis draagt geen naam, maar volgens Berta Roelofs heet het gebouw wel degelijk De Laatste Stuiver. Net zoals het café, een eeuw geleden. „Hier op de plaats waar je nu staat, daar stond het. De mensen hadden geen geld en de lèste stuuver die ze nog over hadden als ze uit de kerk kwamen, die werd hier verteerd.” Haar man Piet, inmiddels in de negentig, is nog geboren in het oude gebouw. En zelfs zijn grootvader heeft er gewoond.


In de oorlog is het met de grond gelijk gemaakt. Het pand lag op een steenworp afstand van De Heuvel, een plaats waar zich nu 52 jaar geleden afschuwelijke gevechten hebben afgespeeld. In het gebied bleef geen steen op de andere. De Duitsers lieten geen poging onbenut om de tactisch belangrijke Heuvel te kunnen behouden. Granaten, geweervuur, kolossale tanks (Königstigers) en kanonnen lieten geen spaan heel van het gebied.
Na de oorlog verrees de volgende Stuiver, die nu blijkt de àllerlaatste te zijn. De koopmannen van de Nederlandse Spoorwegen zijn al aan de deur geweest.
„Maar ze boden veul te weinig.”

Ze heeft oog noch oor voor de autoweg achter de woning en wijst naar het noorden. „Een prachtig uitzicht. En praat me niet over die vrijstaande woningen van vandaag de dag. Dìt is vrijstaand, helemaal niks in de buurt. Dat hier is toch een hemel op aarde? En zijn we daar niet allemaal naar op zoek? Nee, dan zullen ze beter voor de dag moeten komen. Héél wat beter.”
De Laatste Stuiver staat aan een blindedarm van de Dikelsestraat. Het straatnaambordje staat weliswaar op de gevel, maar niemand zal het lezen. Het weggetje loopt sinds een jaar op zeventien dood. Sinds het moment waarop de A15 als een mes de rechtstreekse verbindingen met Bemmel heeft afgesneden.
Ook de Karstraat, waar de Dikelsestraat op eindigde, werd omgelegd. Vier kaarsrechte rijen peppels van pakweg tweehonderd meter herinneren nog aan de oude, van oorsprong gevaarlijk kronkelende verbinding tussen Huissen en Bemmel.
Het wegdek heeft plaatsgemaakt voor gras en brandnetels, verder groeit er weinig.
Zowel het oude stukje Karstraat als het eindje Dikelsestraat hebben hun langste tijd gehad. Ze moeten plaats maken voor een spoorweg.
Berta wijst: „Kijk daar bij die hoogspanningsmast, dáár moet ie komen. Ze hebben het me al verschillende keer verteld en uitgetekend.”
De mast (nummer 42, volgens een knalgeel bord) staat in een weiland dat pas gemaaid is. Maar ook langs de slootkant groeit weinig bijzonders meer. De schermbloemen zijn afgestorven. De bruine restanten worden door de stevige wind heen en weer gezwiept. Hier en daar is nog een geel bloemetje te zien: wat boterbloemen en jacobskruiskruid. Maar het einde van het seizoen is in zicht.
Het is niet het enige einde.

Deze aflevering van een serie portretten van de topografische vlekjes die nog bij naam worden genoemd op de kaart van de Betuwe verscheen op 20 september in de Betuwse editie van De Gelderlander. De Laatste Stuiver is inmiddels verdwenen en het ziet er naar uit dat na jaren van touwtrekken de A15 eindelijk wordt doorgetrokken. Berta heeft uiteindelijk ook de Betuweroute niet kunnen tegenhouden.