Valeriaan
Het gebied is zo Betuws als maar mogelijk is. Peppels, bieten en mais bepalen het gezicht. En niet te vergeten grote knalrode kersen: morellen. Ze zijn op deze warme, winderige julidag nog net niet helemaal rijp, maar ze kleuren al prachtig tussen het diepe groen. De netten moeten nog over de bomen worden gehangen, maar dat meevallertje is de spreeuwen tot op heden ontgaan.
Door Joop Brons
De berm van de Kattenleger in Bemmel is nagenoeg volledig kaalgeslagen.
Machinaal is het in het wild groeiende gewas neergesabeld. Kennelijk met als enig doel de weg aantrekkelijk te houden voor de Betuwse Jos Verstappens in Bemmel en Elst: de automobilisten die het Bredelaarscircuit regelmatig afwisselen voor de racebaan die Katteleger heet. Het geelbruine restant van de berm (vluchtstrook?) bevat behalve stoppels weinig meer dan een colablikje en wat ander afval.
Toch is er gelukkig nog wel wat kleurigs te ontdekken aan de slootkant. De paarse voederwikke is zo’n voorbeeld of het gele St. Janskruid. Dat laatste, ook bekend als Hypericum, heeft een geneeskrachtige werking, evenals de rustgevende Valeriaan. De witrose bloeiende, riekende valeriaan komt veel voor in de sloot langs deze weg. Het verhaal wil dat deze bloem aantrekkingskracht uitoefent op katten. Maar degene die meent dat de straat dáár zijn naam aan ontleent, slaat de plank faliekant mis.
In de straat laat zich geen kat zien. Maar dat zou ook veroorzaakt kunnen worden door de twee woest blaffende bouviers, halverwege. De honden maken zo’n angstaanjagende herrie dat, het hek ten spijt, medelijden op z’n plaats is voor de krantenbezorger en de brievenbesteller die hier dagelijks spitsroeden moeten lopen.
De kat, waarop in de naamgeving wordt gedoeld, heeft een andere betekenis.
Het is een vingerwijzing naar de Catti, een Duitse stam. Uit deze stam zijn de bij ons beter bekende Bataven afkomstig. Ze zouden zich na een binnenlands oproer hebben afgescheiden van de Catti.
Deze allereerste bewoners van de Betuwe zouden bij Angeren de Rijn zijn overgestoken. Geschiedkundige Jan Wolters houdt dat voor heel goed mogelijk. De Rijn moet daar destijds zo weinig water hebben bevat, dat de historische ontdekkingsreizigers te voet de rivier konden passeren. Bekend is dat De Heuvel een Bataafse nederzetting van betekenis is geweest. Enkele honderden meters verderop ligt de Kattenleger. Wat is dan logischer dan te veronderstellen dat de eeuwenoude naam daaraan is ontleend?
Geen gehucht zonder gerucht, geen straat zonder verhaal. Dat geldt zeker voor de Kattenleger. In het meer recente verleden schreef deze buurt ook geschiedenis, zij het van criminele aard. Maandag 12 juli 1982 verdween een 15jarig meisje uit Arnhem spoorloos. Twee dagen lang zocht de politie vergeefs naar sporen van Ingrid die in Bemmel op Klein Baal kersen wilde gaan kopen.
Op 14 juli werd het meisje gevonden. Vermoord. Ze lag naast een greppel langs de Kattenleger. Drie dagen later was de moord opgelost. Ingrid had een lekke band gekregen en had in de buurt aangebeld. Haar verzoek om hulp werd haar noodlottig: ze werd door de zoon des huizes misbruikt, gewurgd en verborgen in de slaapkamer. Hij besloot enkele dagen later haar lichaam op een gestolen motor naar elders te vervoeren. Die poging mislukte. Het dode meisje werd achtergelaten bij de greppel.
De moord. Een pikzwarte bladzijde uit het geschiedenisboek van deze weg.
De Kattenleger: een slootkant vol valeriaan staat nog niet garant voor een rustig buurtje.
Deze aflevering in de serie Hel en Hemeltje verscheen op 19 augustus 1996. De serie verscheen tussen ’96 en ’98 in de Betuwe-editie van de Gelderlander.