Bijnamen in Huissen deel 3 (Mededelingen, jaargang 42, 2017, nr. 1)

Door Joop Brons

Bijnamen worden gebruikt om onderscheid te maken tussen dezelfde familienamen. Het is dan ook verkeerd om te spreken van scheldnamen. Maar soms is zo’n bijnaam wel degelijk afgeleid van een minder vriendelijke benaming. Niemand weet meer wat de aanleiding was, maar zelfs de huidige generaties worden er nog naar genoemd. Drie voorbeelden van dit soort Huissense bijnamen.

Heel bekend is Lasje, een naam die nog steeds wordt gebruikt voor de familie Van Onna. Er zijn meerdere verhalen over de herkomst in omloop. Een verwijst naar het feit dat Jan van Onna zich als dirigent van de Bietenrooiers Lasjo Toscanini noemde. Los van het feit dat zijn beroemde voorbeeld Arturo Toscanini heette, kan dat niet de uitleg zijn. Zijn vader werd namelijk ook al Lasje genoemd. De zoon van Jan, Mart van Onna, noemt als andere suggestie de Angerense jeugd van zijn vader. “In Angeren moest hij regelmatig op koeien passen. Bij gebrek aan goede hekken moesten ze met touwen (lasso’s) achter de koeien aan huuje’.” Ook hiervoor geldt dat het verhaal mooi, maar onwaarschijnlijk is. Herman Wolters herinnert zich dat Jan van Onna als goochelaar Lasje in de eerste carnavalsjaren tot groot vermaak van het publiek optrad met “Alfonso, de gedresseerde vlo”. Het etymologisch woordenboek biedt mogelijk een handvat. Las is namelijk ook afgeleid van slap. Een van de verre voorouders heeft misschien om die reden die naam gekregen. Het is opmerkelijk om te zien hoe een scheldnaam van vroeger door een van zijn nazaten is veranderd in een ware geuzennaam, waar de hele familie nu trots op is.

De Kräöt is een andere bijnaam waar een familie mee is opgezadeld. Inderdaad: opgezadeld, want van oorsprong is het waarschijnlijk eveneens een scheldnaam. Het Wörterbuch der Altmärkisch-Plattdeutschen Mundart noemt een Kräöt een scheldwoord voor (vervelende) kinderen en kleine personen. Die uitleg past ook bij de reactie van Dora Kloppenburg-Janssen op een oproep in de facebookpagina Huusses Erfgoed. “Wij zeiden vroeger tegen een klein kereltje: wat ben je toch een kleine kräöt.” Hoewel deze uitleg het meest waarschijnlijk is, bestaat er ook nog een andere optie. Een lid van de eerdere generaties kan door een rode haardos een kroot zijn genoemd, hetgeen in het dialect is omgeturnd in Kräöt.

De laatste naam is die van De Klits. De familie Demon (niet te verwarren met die van de Schipper) aan het Klokkenpad werd zo genoemd. Net als bij Lasje en de Kräöt weet niemand van de huidige generatie waar de naam oorspronkelijk vandaan komt. Kleindochter Annelies Vermeulen vertelt dat opa Herman Demon (getrouwd met Petronella Roelofs), een mandenmaker was die zijn waar op de Arnhemse markt te koop aanbood. Ook in dit geval moet het woordenboek uitkomst brengen. Klits verwijst naar iemand die klein van stuk is. Het alternatief, een onvriendelijke naam voor een vrouw, is minder waarschijnlijk omdat bijnamen in de meeste gevallen de mannelijke familielijn volgen.