Historische Kring Huessen
  • Voorpagina
    • Nieuws
    • Agenda
    • Rondleidingen
    • Activiteiten
    • Lid worden
    • Museumwinkel en webshop
    • Stamboomonderzoek
      • Bidprentjes
      • Register van familienamen
    • Links
  • De Vereniging
    • ANBI gegevens
    • Bestuur
    • Bibliotheek & collecties
    • Adres
    • Lid worden
    • Geschiedenis van de Kring
    • Uitgaven
    • Statuten
    • Jaarverslagen
    • Financiëel jaarverslag
    • Privacy-verklaring
  • Museum
    • Exposities
    • Museumwinkel en webshop
    • Baliemedewerkers
    • Huissen getroffen, een digitale tentoonstelling
    • Het museum komt naar je toe
  • Over Huissen
    • Informatie voor leerlingen van de basisschool (hoogste groepen)
    • Geschiedenis van Huissen
    • Een korte geschiedenis van het Zand
    • De Canon
    • Opgravingen Loovelden
    • Kaarten
    • Verhalen over/uit Huissen
    • Foto's uit Huissen
      • Fotoalbum met oude straatbeelden
      • Klassenfoto's van de Huishoudschool
      • Brood op de plank
      • Trouwfoto's
      • Huissen zoals het eens was, Palmpasen
      • Collectie Geveling vergeleken met nu
      • Hoogwater door de jaren heen
    • Films over/uit Huissen
    • Huussese Taol
      • Dictees Dialectavond
      • Toon Lippmann in gesprek (rond 1950)
      • Muziek
      • Geluidsfragmenten in dialect
      • Interview met Jan Jeurissen (Jan Baos) 1985
      • Filmpjes over/in de Huussese Taol
      • Stukjes van Joop Brons uit Medelingen
    • Folklore
      • Foto's Umdracht
      • Geluidsfragmenten Umdracht
      • Beleg en Ontzet van Huissen
      • Carnaval in Huissen
    • Artikelen uit oude Mededelingen
    • Hel en Hemeltje
    • Bijnamen in Huissen
    • Opsporing verzocht
    • Stadswandeling door Huissen
  • Transcripties
    • Downloadpagina
  • Bibliografie van Huissen
    • Inhoudsopave Bibibliografie
    • Over gebruik Bibliografie
      • Reglement raadplegen
    • Downloadpagina Bibliografie
    • I Algemeen
    • II Oudheidkunde & Archeologie
      • Oudheidkunde
      • Archeologie
        • Algemeen
        • Prehistorie
        • Romeins
        • Merovingisch
        • Middeleeuwen
        • Periode na 1500
      • Opschriften
      • Musea
    • III Staatkunde
      • Algemeen
      • Voorkleefse Periode (tot 1242)
      • Eerste Kleefse periode (1242-1368
      • Hertogdom Gelre (1368-1371)
      • Tweede Kleefse periode (1371 - 1411)
      • Graafschap Mark (1411 - 1413)
      • Graafschap Kleef (1413 - 1417)
      • Hertogdom Kleef (1417 - 1609)
      • Posserende Vorsten van Kleef, Gulik en Berg (1609 - 1614)
      • Keurvorstendom Brandenburg (1614 - 1701)
      • Koninkrijk Pruisen (1701 - 1795)
      • Overgangstijd (1795 - 1816)
      • Koninkrijk der Nederlanden (1816 - heden)
      • Bezettingstijd (1940 - 1945)
        • Algemeen
        • Mobilisatie 1940
        • Brandbombardement 1943
        • Militair 1940-'45
        • Verzet
        • Burgerij tijdens en na de oorlog
          • Burgerij 1940-'44
          • Burgerij 1944-'45
          • Persoonlijke getuigenissen
          • Wederopbouw
    • IV Krijgsgeschiedenis
      • Vesting en stadsmuur
      • Geschiedkundige bijzonderheden
    • V Sociaal-economisch geschiedenis
      • Primaire sector
        • Algemeen
        • Veeteelt
        • Akkerbouw
          • Kersenteelt
          • Tabak
          • Diverse akkerbouw
        • Tuinbouw
        • Jacht en Visserij
      • Secundaire sector
        • Nijverheid
        • Industrie
      • Tertiaire sector
        • Handel
        • Middenstand
        • Vervoer en verkeer
        • Verzorgende sector
        • Horeca
      • Statistiek
    • VI Onderwijs
      • Algemeen
      • Kleuteronderwijs
      • Basisonderwijs
      • Voortgezet onderwijs
    • VII Godsdiensten
      • Rooms Katholiek
        • Algemeen
        • Parochie O.L.Vrouw ten Hemlopneming (stad)
        • Vicariën
        • Parochie H. Margaretha (Malburgen)
        • Parochie H.H. Martelaren van Gorkum (Zand)
        • Sint Elisabethconvent
        • Dominicanen
        • Zusters Penitenten van de Eenheid
        • Sacramentsprocessie
        • Hollandse zending
        • Diversen
      • Nederlands Hervormd
      • Wederdopers
      • Joden
    • VIII Recht
      • Staatsbestuur
        • Domeinen en Lenen
        • Heerlijkheid
        • Tol
      • Plakkaten, ordonnantiën
      • Rechtsgeleerdheid
      • Stads- en Gemeentebestuur
      • Politie en Justitie
    • IX Genealogie en heraldiek
      • Stads- en Gemeentebestuur
      • Families en personen algemeen
      • Families en personen A-Z
    • X Numismatiek
    • XI Zegelkunde
    • XII Kunst en literatuur
      • Geestelijke kunst en literatuur
        • Stadskerk
        • Zandse kerk
        • St. Elisabethsconvent
        • Dominicanerklooster
        • Diversen
      • Wereldlijke kunst en literatuur
        • Beeldende kunst
        • Gilden
        • Literatuur
        • Toneel en muziek
    • XIII Volkskunde en heemkunde
      • Algemeen
      • Herdenking Beleg en Ontzet
      • Gilden
        • Algemeen
        • St. Joris en St. Antoniusgilde
        • St. Gangulphusgilden
        • St. Laurentiusgilden
        • Rechten
        • Kerkelijk
        • Historische feiten
        • Zilver
        • Vendelzwaaien
        • Festiviteiten
        • St. Jorisvendel
      • Overige tradities
        • Driekoningen
        • Carnaval
        • Palmpasen en Pasen
        • St. Jan
        • Kerkwijding en Kermis
        • Diversen
    • XIV Kartografie
    • XV Aardrijkskunde en plaatsbeschrijving
      • Geologisch
      • Historisch
      • Statistiek
    • XVI Straten en gebouwen
      • Algemeen
      • Wederopbouw
      • Straten
        • Achter de Gracht
        • Achter de muur
        • Altena
        • Arnhemsepoort
        • Berkenstraat
        • Binnenveld
        • Bloemerstraat
        • Bloemstraat
        • Bruinstraat
        • Burchtgracht
        • Damstraat
        • Dijk
        • Doelenstraat
        • Galgenkamp
        • Gangulphustraat en Laurentiustraat
        • Gasthuisstraat
        • Gochsestraat
        • Hazekamp
        • Helmichstraat
        • Hiebzedeel
        • Hoeve
        • Hogewoerd
        • Holthuizen
        • Huismanstraat
        • Julianastraat
        • Kamervoort
        • Karstraat
        • Kempke
        • Klaphek
        • Klokkenpad
        • Kortekerkstraat
        • Laak
        • Langekerkstraat
        • Langestraat
        • Leprozeriestraat
        • Loostraat
        • Looveer
        • Loovelden
        • Malburgen
        • Malenborch
        • Markt
        • Molensteen
        • Peperstraat
        • Rijnstraat
        • Roesgas
        • Stadswal
        • Steltenweg
        • Tempelierenstraat
        • Touwslagersbaan
        • Vicariestraat
        • Vierakkerstraat
        • Viersprong
        • Walstraat
        • Weverstraat
        • Van Wijkstraat
        • Wijngaarden
        • Zandsestraat
        • Zandsevierkant
        • Zandweg
      • Gebouwen
        • Altena
        • Ambstwoning
        • Antoniuskapel
        • Arnhemse Poort
        • Begraafplaatsen
        • Binnenveld
        • Brandweerkazerne
        • Brouwketel
        • Bruinstraat 7
        • Buitenpoort
        • Burcht
        • Bussel
        • Huize "de Bijl"
        • Cremerstichting
        • Dodenpoort
        • Dominicanenklooster
        • St. Elisabethklooster
        • Gasthuis
        • Gelderse Gevel
        • Gildekapel
        • Gildekempke
        • Gravenkamp
        • Gravekamp
        • Hessenhof
        • Hoekpand Langestraat - Damstraat
        • Hoeve (boerderij)
        • Hof van Hessen
        • Holthuizen
        • Johannahoeve
        • Kleuterschool (Lange Kerkstraat)
        • Kasteel
        • Kerk en begraafplaats (N.H.)
        • Kerk en begraafplaats (R.K.) - Stad
        • Kerk (R.K.) - Zand
        • Huize "Het Klokje"
        • Koepeltje N.H. Pastorie
        • Kortekerkstraat 2
        • Langestraat (Pand Joosten)
        • Langestraat 19-21
        • Langestraat 31-35
        • Langestraat 37 (Pand Steyntjes)
        • Langestraat 52
        • Langestraat 52B
        • Malmberg
        • Mariakapel (Duisterestraat)
        • Massagraf
        • Mea Vota
        • Molen
        • Onder de Linden
        • Oude Vrouwenhuis
        • Pannenhuis
        • Pastorie (N.H.)
        • Pastorie (R.K. Stad)
        • Patersgracht
        • Pelsenhoeve
        • Pleybrug
        • De Poll
        • Poort van Cleve
        • Postkantoor
        • Priestergraf
        • Rijnpoort
        • Rosendael
        • Rosmolen
        • Royaardspand (Langestraat)
        • Sancta Maria
        • Schaepskamp
        • Scheepjeshuis
        • Huize "Het Schipke"
        • Stadhuis
        • Stadsherberg
        • de Swaen
        • Tabaksboerderij
        • Tuinbouwschool
        • Valom
        • Veerhuis
        • Veiling
        • Vicarie
        • Vierakkerse Poort
        • Vierakkerstraat 15
        • Volksbond
        • Vredendaal
        • Waag
        • Waede
        • Wampie
        • Welgelegen
        • Zandse Molen
        • Zilverkamp (boerderij)
        • De Zon
        • Zustersklooster en -kapel
    • XVII Infrastructuur
      • Algemeen
      • Waterstaat
    • XVIII Planologie
    • XIX Verenigingsleven
      • Algemeen
      • Kulturele groepen
      • Sportverenigingen
      • Muziekverenigingen en zangkoren
      • Sociale verenigingen
      • Carnavalsverenigingen
      • Verkennerij
      • Diversen
    • XX Archief
    • XXI Periodieken
      • Historische periodieken
      • Dag- en weekbladen
    • XXII Foto's en films
      • Algemeen
      • Stadsgezichten
      • Gebouwen
      • Schoolfoto's
        • Algemeen
        • Agneschool
        • Aloisiusschool
        • Antoniusschool
        • Gemeenteschool
        • Huishoudschool
        • Josefschool
        • Julianaschool
        • Mariaschool (Huissen-Zand)
        • Tuinbouwschool
      • Groepsfoto's
      • Films
    • XXIII Dialect
    • XXIV Historiografie
  • Werkgroepen
    • Werkgroep Beeld & geluid
    • Werkgroep Heemkunde
      • Verslag laatste Huissens Dictee
    • Werkgroep Archeologie
    • Werkgroep Bronneninventarisatie
    • Werkgroep Transcripties
    • Werkgroep Genealogie
      • Stamboom opvragen
      • Gegevens Bidprentjes
      • Enkele familienamen, die Huissen passeerden.
      • Kwartierstaat van Anne en Pieter Driessen
      • Register van familienamen
  1. U bevindt zich hier:  
  2. Voorpagina
  3. Over Huissen
  4. Artikelen uit oude Mededelingen
  5. Over Huissen
  6. Hel en Hemeltje
  7. stukjes


Sinterklaasbastion

Een meeuw krijst met opengesperde snavel op de wolkenboom aan de Doornenburgse Sterreschans. Het kunstwerk onder zijn gekromde pootjes schreeuwt in stilte. Archipel, zoals de kunstenaar zijn idee heeft gedoopt, knalt in felblauw tegen het grauwe wolkendek en het groen van de weilanden.

Door Joop Brons

Het water in het Pannerdensch Kanaal staat laag. Vanaf de dijk zijn de torens van Pannerden en Kekerdom te zien. De stilte van het moment wordt verstoord door een scheepsmotor die op volle toeren begint te draaien. De rijnaak manoeuvreert zich langszij het bunkerschip tegenover de Doornenburgse Sterreschans. Door de eeuwen heen is Doornenburg strategisch van bijzondere betekenis geweest. En niet eens zozeer om het prachtige kasteel dat het dorp landelijk bekend heeft gemaakt. Vooral bij het water bewijzen niet minder dan drie vestingwerken de belangrijke ligging van Doornenburg.
De naamgever van het gebiedje bijvoorbeeld: de Sterreschans. Een stervormige versterking uit de achttiende eeuw, waarvan twee punten nog duidelijk herkenbaar zijn. Het beschermde gebied wordt beheerd door de scoutinggroep St. Maarten, die er een pas vernieuwde blokhut heeft. Aan de andere kant van de Pannerdenseweg is de stervorm veel moeilijker terug te vinden. Hoewel: de kronkels in de weg spreken hier nog voor zich. Helemaal onneembaar was de vesting niet. Op 11 januari 1795 werd de Sterreschans ingenomen door de Fransen.
Maar ook het Pannerdensch Kanaal is oorspronkelijk gegraven uit puur strategische overwegingen. De oude Rijn was zozeer verzand dat steden als Arnhem en Wijk bij Duurstede niet meer per schip waren te bereiken. In 1672 zagen de Fransen zelfs kans Gelderland en Utrecht te bezetten, omdat ze bij Lobith gewoon door de Rijn konden lopen.

Enkele jaren later werd besloten uit lijfsbehoud een vier meter brede gracht te graven tussen de Waal en de Peppelgraaf. Het dorpje Pannerden verhuisde plotsklaps van de Betuwe naar de Liemers. In 1701 was de gracht een feit.
Door de kracht van het water (geholpen door gretige mensenhanden) schuurde de gracht al snel uit tot een echte waterweg. Tot vreugde van Rijnoeversteden, die daardoor hun handel weer zagen opbloeien. En tot grote ergernis van steden als Nijmegen en Dordrecht die werden geconfronteerd met onverwachte concurrentie.
In de negentiende eeuw werd de tot Pannerdensch Kanaal uitgegroeide gracht onderdeel van de IJssellinie. En om die oorlogsbescherming een extra dimensie te geven, besloot men tot de bouw van Fort Pannerden. Dit karwei werd in 1871 voltooid, maar het bolwerk is nooit of te nimmer van enige invloed geweest op wat voor oorlogshandeling dan ook.

Na de laatste oorlog oefende het mysterieuze fort alleen nog maar aantrekkingskracht uit op avonturiers. Opgeschoten jongens die hun leven in de waagschaal stelden door in de stikdonkere en halfgesloopte vesting te spelen.
Maar ook volwassen mannen die elkaar opjaagden met paintball­shooting.
Intussen is het bouwwerk in handen van een stichting die er een heus museum van wil maken. Een stichting die nu al jaren oorlog voert om de broodnodige subsidies binnen te halen.
Sterreschans heeft nog een onvermoede vesting: een waar Sinterklaasbastion.

Hotel­restaurant Rijnzicht is jarenlang de gezellige grime­salon van de Sinterklazen van Huissen en Doornenburg geweest. De twee goedheiligmannen werden hier klaar gemaakt voor de jaarlijkse intocht. Twee sinten en een groeiende groep pieten die het onvoorwaardelijk geloof van de Sterreschanse peuters zwaar op de proef hebben gesteld. De voormalige exploitant J. Cornelissen kan er achteraf nog smakelijk om lachen.
Ooit, meer dan tien jaar geleden, dreigde het echt fout te lopen in dit veerhuis van stoomboten. De Doornenburgse sint werd stroomafwaarts gebracht om bij de veerstoep weer te kunnen worden ingehaald. Veel vroeger dan anders: de Huissense Klaas was nog niet eens vertrokken. En tot overmaat van ramp groeide buiten het aantal zingende kinderen op de dijk.

Een Doornenburgse organisator zag het lijk al drijven. „Als jullie het wagen om nú naar buiten te komen, dan komt die van ons straks ook naar Huissen.”
Duidelijke, maar wel dreigende taal.
Goede raad was peperduur. De klok tikte de minuten weg: ook in Huissen stond immers zoet en stout dooreen ongeduldig op de veerstoep te wachten. De politie toonde zich op dat moment de enige echte kindervrind. De patrouillebus werd achterwaarts de zaal van Rijnzicht ingereden. Sinterklaas werd, aangekleed en wel, plat op de vloer van het busje gelegd. De rode mantel als tijdelijke vloerbedekking van een dienstwagen. Bovenop Sinterklaas kwamen nog enkele Pieten, zodat er nog geen baardhaar meer van de Spaanse bisschop te zien was.
De politiebus reed vervolgens tussen de zingende kinderen door om zijn vreemde vrachtje af te leveren bij de Peppelgraaf. Daar lag de Huissense stoomboot al afgemeerd.
Maar het is nooit meer helemaal goed gekomen tussen de beide sinten.

Dit deel van de serie Hel en Hemeltje verscheen begin december 1997 in de Betuwe-editie van De Gelderlander. De Huissense Sinterklaas was destijds Sjaak van Wissen en één van de Pieten was zijn latere opvolger Jan Zweers. Een toeval dat onvermeld bleef in die Sinterklaasaflevering was de naam van de polder bij het clubhuis der Sinterklazen: de Klompenwaard.


Liefdesnest

Bergerden. Bedreigd gebied. Nog zijn hier de torens van Huissen, Zand en Bemmel te zien. Vanaf volgend jaar groeit op deze plaats een kassenpark, de glazen droom van de op vooruitgang beluste tuinder. Of is het juist de nachtmerrie van de verstotenen van de Waalsprong?

Door Joop Brons

Naast de Heuvelsestraat waar het asfalt aan de schoenen plakt, staat de maïs nog geen twee decimeter hoog. Een kievit heeft tussen de kaarsrechte rijen opschietend groen een nest gebouwd. De vogel is in de warme junizon een verbeten luchtoorlog begonnen tegen een fazant die zich te dicht in de buurt van zijn domein heeft gewaagd. De ene onbesuisde duikvlucht na de andere wordt uitgevoerd, zonder dat de vijand op de grond zich van zijn plaats laat jagen.
De kievit draait een rondje en scheert opnieuw rakelings over de indringer. Hij weigert hardnekkig te capituleren voor het gespuis dat zijn nest bedreigt.
Bergerden ligt op de grens van Bemmel en Huissen. De bewoners stemmen in Bemmel, maar kiezen overwegend voor Huissen. Jaren geleden al hield Bart Leijser, thans wethouder te Huissen, een pleidooi om Bergerden van Bemmel los te weken. De Bergerdensen gaan immers in Huissen ter kerke en zoeken ook daar ook hun winkels en scholen. De dreigende herindeling lijkt defintief af te rekenen met dit territoriaal probleem tussen beide gemeenten.
Volgens Gijs Vermeulen, een van de bewoners van het gebied, dankt Bergerden de naam aan de bescheiden hoogteverschillen in het landschap. In ‘Bèrgten’, zoals dit laaggelegen stuk Betuwe ook wel wordt genoemd, zijn de boerderijen gebouwd op minimale heuveltjes. De voorkeur voor die hoge droge woonplaatsen werd ingegeven door de immer aanwezige en begrijpelijke angst voor overstromingen.

Aan de Heuvelsestraat harkt boerin Brink het versgemaaide gras naar het midden. Zo gaat er straks geen spriet verloren als haar man met de trekker machinaal het werk op het weiland afmaakt.
Beiden weten officieel nog steeds niets van het immens grote terrein voor de glastuinbouw dat straks ook hun grondgebied zal opvreten. En over drie weken al praten de Bemmelse en Huissense politici over de ingrijpende plannen voor het gebied. De Brinken maken zich ernstig zorgen over waar ze naar toe moeten met hun bedrijf. Voor een varkensmester met driehonderdzeventig zeugen wordt Nederland immers steeds kleiner. Te klein, vrezen ze.
En wie kent in Bergerden niet het ‘liefdesnest’, zoals het gebouw tot in de verre omgeving wordt genoemd? De bungalow aan de Heuvelsestraat werd dik twintig jaar geleden gebouwd voor een aanstaand bruidspaar. Toen de relatie vlak voor het huwelijk knapte, bleef de woning jaar in, jaar uit onbewoond staan. De bouwer wilde er niet meer in wonen. En alle anderen mochten niet.

Honderden mensen, die zich niet lieten afschrikken door gebarsten ruiten en grauwe, gescheurde vitrages, hebben in de achterliggende jaren geprobeerd het afgelegen huisje te kopen. Tevergeefs.
De eigenaar zwijgt als het graf over zijn halsstarrige weigering te verkopen. „Moet ìk toch weten”, klinkt zijn sobere commentaar.
Het huis, zonder licht en water, voert een verbeten gevecht tegen de tand des tijds. De vernielende hand van vandalen wordt nog slechts tegengehouden door de sociale controle van de buurtbewoners.
Het liefdesnest, ooit een monument van liefde, lijkt steeds meer een toonbeeld van onverzettelijkheid te worden. Maar het is de vraag of dit monument zich ook staande weet te houden tegen het planologisch geweld dat kassenpark Bergerden met zich meebrengt.

Dit verhaal verscheen op 16 juni 1996 in De Gelderlander in de serie Hel en Hemeltje. Het Liefdesnest is inmiddels gesloopt. De bungalow heeft plaats gemaakt voor immense kassen.


Valom en Stavast

Bomen genoeg. Eiken­, Wilgen­, Berken­, Sparren­ en Populieren­... straat. De echte bomen leggen het in het Zandse Vierkant in aantallen af tegen de talloze verkeersmaatregelen, zoals asverleggingen en afsluitingen. Hier wordt de automobilist het bos ingestuurd.

Door JOOP BRONS

Het Zand is veel meer dan een wijk van Huissen. Het was ooit een dorp binnen de stadsgrenzen, compleet met eigen school, parochie, (bloeiend) verenigingsleven, voetbalclub, winkels en minstens vier café’s. Sinds het Binnenveld de kloof tussen de Stadse keienvrèters en Zandse slaotkoppen heeft gedicht is er echter meer sprake van een wijk dan er voorheen ooit geweest is. Het Zand.
De naam laat aan duidelijkheid niets te wensen over. De
zuidelijke punt van Huissen is voor de bedijking, zo’n zeshonderdvijftig jaar geleden, veelvuldig overspoeld door Rijnwater. De oeverwallen werden herhaaldelijk doorbroken en telkens spoelde er een nieuwe laag zand over de rivierklei. En ook tussen 1327 en 1769 werden bij talloze dijkdoorbraken nieuwe zandlagen aangebracht. Heel lang was het onland, slechts goed voor de lepralijders en voor het voltrekken van doodvonnissen. Galgenplek heette het terrein.
Een Zandse in hart en nieren is Sjaak van Wissen. Kapper in ruste, althans bijna. Op een historische kaart van bijna driehonderd jaar oud, staat een van zijn voorvaderen met naam genoemd: Arend van Wissen. Precies op de plaats, waar zich nu nog de kapsalon bevindt. „Mijn overgrootvader was kleermaker. Maar hij had ook een bierhuis. Daar kwam ’s avonds de hele buurt bij elkaar. En omdat hij waarschijnlijk als kleermaker toch een schaar bij de hand had, knipte hij ook wel eens bezoekers.” Het is overgrootvader Van Wissen niet goed vergaan. „Hij moest op zekere dag met paard en wagen naar de overkant en misschien had ie wel ’n borreltje op. In ieder geval werden de blokken niet goed voor de wielen gezet, waardoor paard en wagen en mijn overgrootvader in het water verdwenen. Drie dagen later werd hij door een visser in een bootje uit het water gevist.”
Het bierhuis Van Wissen sloot in 1917, om plaats te maken voor de kapsalon. Maar aan bier is geen gebrek geweest op ’t Zand. Nieuwe Diep, de Valom, het Wapen van Huissen en Lombok zorgden voor voldoende aanvoer. Lombok werd overigens zo genoemd omdat er nogal eens werd gevochten. De naam was een vingerwijzing naar de gevechten van de Nederlanders in Indië, op Lombok (Atjeh). Het zal wel aan de plaats hebben gelegen. Ook discotheek De Carrousel hield immers die naam hoog. Namen hebben toch iets magisch op ’t Zand. Schiphol is zo’n voorbeeld, maar ook De Valom mag er wezen. In het boek Volk in Nood, een oorlogsgedenkboek dat in Tiel is uitgegeven, staat een waanzinnig verhaal over de oorsprong van de naam. Die geschiedenis gaat over een kudde olifanten die in de tijd van de Batavieren ware verwoestingen aanrichtte in de Betuwe. De bevolking, die de oogst telkens platgetrapt zag, ging in Zetten bij de hoogste baas van de Batavieren te rade. De Batavierenbaas riep de Betuwnaren bij elkaar. In een bos achter Bemmel raadde hij de bevolking aan om vaten met gerstenbier buiten te zetten. De dronken olifanten zouden dood neervallen, zo beloofde hij. Niets van dat al. De olifanten hadden een kwade dronk: in razernij werd alles omgeploegd wat ze op hun weg tegenkwamen. En de volgende dag werd vanuit Huissen gemeld dat de olifanten op de plaats van de huidige Langestraat hun roes stonden uit te slapen, leunend tegen elkaar. Het opperhoofd verweet vervolgens de klagers dat ze te zuinig met het bier waren geweest. Ze waren alleen maar razend gemaakt, in plaats van dronken. De stamwijze raadde zijn onderdanen aan opnieuw bier buiten te zetten, maar nu genoeg. Bovendien moesten de bomen in het bos bij Huissen bijna worden doorgezaagd. Hij wist namelijk dat de beesten moesten leunen om te kunnen slapen. De andere dag zagen de Batavieren de olifanten liggen door elkaar en tussen en onder de bomen. Sinsdien heet het gebied De Valom.
Tja.
Maar er is nog een ander verhaal. Ergens vorige eeuw werden gelijktijdig twee huizen gebouwd. Een op de hoek van de Gochsestraat en Stadswal (tegenover het café) en één aan de Bloemstraat. De eerste zakte op zeker moment in, de ander bleef staan. Daarmee waren Valom en Stavast geboren. Dat verhaal is niet onwaarschijnlijk. Verzakkingen zijn op het Zand zelfs de laatste jaren nog herhaaldelijk voorgekomen. Een gevolg van de laag zand, die achteraf nog te dun was om zonder palen te kunnen bouwen. Daardoor ontstonden scheuren in de Huissense bomenwijk. Van Wissen
over het Zandse groen: „Ach, vroeger stonden er ook nauwelijks bomen. Hooguit ‘knoepers’ en rode bessen tussen de sla en andere groenten. Krüpgruun, zal ik maar zeggen.”

Deze aflevering van de serie Van Hel en Hemeltje was in april 1998 in de Betuwse editie van De Gelderlander te lezen.


Paters en heksen

De Kloosterlaan wordt uiteindelijk weer prachtig: jonge opgroeiende kastanjebomen hebben in enkele jaren de huiveringwekkende kaalslag op Huissens meest romantische laan goeddeels gecompenseerd. De gracht ernaast is de laatste herinnering aan het tijdperk dat er een burcht op de Hazenberg stond.

Door Joop Brons

De naam Paterslaan staat in geen enkel Huissens register, maar er is geen Huissenaar die dit vrijerslaantje niet kent. De laan is bezongen in carnavalsliedjes en beschreven in de boeiende geschiedenis van het Dominicanenklooster. De naam Hazenberg, de oorspronkelijke benaming van de plaats van het klooster, is daarentegen vrijwel onbekend in het stadje.
Eerst wat over het ‘kasteel’ dat zo’n duizend jaar geleden werd gebouwd.
Als bescherming tegen overstromingen (en Noormannen) werd het bouwwerk op een door mensenhanden opgeworpen heuvel (Hazenberg) opgetrokken. Vooral de hoge, ronde tufstenen toren sprong in het oog. Er is in Nederland maar één soortgelijke vluchttoren bekend: die van kasteel Bergh. In 1361 bevond zich bij die toren nog een tweede heuvel, waarop een burcht en een woonhuis waren gebouwd. Hier woonde de Huissense ambtman. In de loop van de 17e en 18e eeuw werd de vesting beetje voor beetje gesloopt. De heuvels zijn nog heel lang blijven liggen. Pas in 1951 werden de bulten afgegraven.
Begin vorige eeuw verscheen op de plaats van het huidige klooster een statig herenhuis. De Dominicanen hebben er in 1858 hun hand op weten te leggen door een list. De paters mochten namelijk geen klooster onderbrengen in het huis. Ze schakelden een koopman met een invalide zoon in. De man kocht het grote huis, zogenaamd om zijn zoon in de rolstoel ruimte te geven. Maar gelijktijdig met koopman en zoon trokken ook de Dominicanen het huis in. Onmiddellijk vroegen de paters een architect om een nieuwe vleugel bij het gebouw te ontwerpen. Dat werd Cuypers, bekend van het Centraal Station en het Rijksmuseum in Amsterdam. Cuypers was bereid om dat voor een habbekrats te doen, op voorwaarde dat hij in de pij van de Dominicanen zou worden begraven. Dat is vele jaren later ook gebeurd, zij het niet in de Huissense grafkelder bij het klooster, maar in Venlo. Cuypers was toen hij in 1921 overleed bijna 94 jaar.
De kapel van het klooster werd in 1952 internationaal nieuws. De katholieke gemeenschap van Huissen verzette zich met hand en tand tegen de beslissing van bisschop Alfrink om de kapel te sluiten. Zaterdagavond, 5 januari 1952, waren 24 mannen een heuse politiemacht van achttien agenten te slim af. Met een steen werd rond half tien, uren voordat de politie echte problemen verwachtte, de lantaarn bij de ingang uitgegooid, waarna de kapeldeuren werden verwijderd. Het nieuws van de geforceerde heropening ging als een lopend vuurtje door Huissen. Het gevolg was dat zondagmorgen (Driekoningen) bij de vroegmis van half zes de kerk uitpuilde. Die dag bezochten drieduizend gelovigen de opengebroken kapel. Dankzij de aanwezigheid van kranten uit binnen­ en buitenland (Time en Life) werd de kwestie groot nieuws.
Opvallend groot is het aantal verhalen dat bestaat over mensen die de paters te hulp hebben geroepen bij het bestrijden van alle vormen van hekserij. En niet alleen vanuit Huissen. Meester Dinnissen noemt ook in zijn boek Volksverhalen uit Gendt verschillende voorbeelden. Een meisje kreeg van een vrouw appels aangeboden. Ze kreeg hevige buikpijn en vervolgens gaf ze kolengruis over. Haar vader stapte naar de paters in Huissen, die hem een gewijd voorwerp meegaven, dat onder de drempel van de voordeur gelegd moest worden. En de paters voegden er nog aan toe dat er ’s avonds iemand zou komen om iets te lenen. „Niets geven”, werd hem op het hart gebonden. En inderdaad kwam het appelvrouwtje ’s avonds aan de deur. De vader sloeg de vrouw, die om een broodmes vroeg, met de karzweep weg. En zie: dochterlief werd gezond en de heks is nooit meer teruggezien.
En het verhaal van een vrouw die in Flieren (Gendt) stoelen kwam ophalen om de zittingen te laten matten. Op zekere dag bleef ze rusten bij een vrouw die bang was voor de stoelenhaalster die al de naam had een heks te zijn. De angst werd sindsdien alleen maar groter. Ze werd ziek en wilde maar niet opknappen, waaruit de vrouw concludeerde dat ze misschien wel behekst was. En inderdaad: haar hoofdkussen in het bed toonde een krans van veren, een heksenkrans. Ze kreeg de schrik van haar leven en snelde naar Huissen om de paters om hulp te vragen. De Domincanen hebben negen dagen achtereen voor haar gebeden. En met succes. De vrouw knapte weer op en de gevreesde krans verdween als sneeuw voor de zon.
Maar ook voor andere zaken wisten de Betuwnaren het Huissense klooster te vinden. De vroegmis van half zes was in de wijde omgeving in trek, omdat die melkveehouders in staat stelde het werk te combineren met de zondagsplicht. Een heel bekende naam is voorts die van Dominicaan pater Rijken, die mede aan de basis heeft gestaan van de glastuinbouw in Huissen. Die verandering bracht aanzienlijk meer welvaart onder de tuinders. In de tweede wereldoorlog (najaar 1944) tenslotte was het klooster niet alleen noodhospitaal, maar ook gemeentehuis. Het is duidelijk dat de paters aanzienlijk meer voor Huissen hebben betekend dan het geven van een naam aan een romantische laan.

Dit kloosterverhaal werd gepubliceerd begin 1998. Dit was een aflevering uit een serie portretten van topografische vlekjes, die in de editie januari 1998 van de Betuwe editie  van de Gelderlander zijn verschenen.


Bedrijfseiland

Het parkeerterrein onder aan de dijk is een zee van blik. Overal staan auto’s, zelfs op de dijk is nauwelijks een plaatsje te vinden. Het water staat een meter hoog op de veerweg: het Looveer is een tijdelijk bedrijfseiland geworden.

Door Joop Brons

Een auto met een scheepsschroef tussen de wielen. Of is het een rijdende boot? Het amfibievoertuig zorgt ervoor dat de verbinding met het centrum van Huissen in stand blijft, als was er niets aan de hand. De grijswitte Moby Dick trekt grote hekgolven langs de Looveerweg. Elk verkeersbord is hier nu belachelijk. Of het nu gaat om een waarschuwing voor overstekende fietsers of om het bord ‘Zwemwater met wisselende diepte’. De
toevoeging zwemmen op eigen risico is slechts tussen twee golven door te lezen.
De luxe lijndienst vaart/rijdt op het hele en halve uur. Het is een riante oplossing. „Wij werden vroeger met de roeiboot naar school gebracht. En je kon gerust ondeugend zijn, want ze konden je toch niet eerder naar huis sturen”, lacht Jan Leenders. „Vaak roeide Wim Martens, maar er waren meer roeiboten aan het Veer. Mijn vader zette ons als jongens ook zelf aan het roeien: vier man aan de riemen.” Jan woont niet meer aan het Looveer, maar het water blijft trekken. Iedere dag kijken, elke dag de waterstanden bijhouden. Hij is een schipperszoon en zoiets verloochent zich niet.
Na zijn schooljaren zorgde hij, samen met nog een paar andere knapen uit de buurt, ook voor de verbinding met het Looveer als het water weer eens tegen de dijk stond. „Het was heel gemoedelijk in Huissen: ik werkte bij slagerij Smulders en daar kon veel. Als er iemand naar het veer moest, dan roeide ik op en neer. Zo ging dat. En gevaar kende je niet. We, en dan praat ik over Jos Martens, Halle Leenders en ik, hebben in de winter van ’39­’40 wel eens een fietser over de Rijn gezet bij zware ijsgang. Met haken duwden we de schotsen weg. Daar verdienden we mooi twee kwartjes mee, tegen anders een dubbeltje.” In datzelfde jaar hielden de ponteniers uit Dordrecht met een ijsbreker de Rijn open, om te voorkomen dat de Duitsers erover heen zouden kunnen marcheren.
Het Looveer. Het gebied is altijd een spanningsveld geweest tussen wonen en werken. Een gevecht dat langzaam maar zeker is gewonnen door de bedrijvigheid. VBI is een dominante betonreus geworden aan de boorden van de Rijn. Een saai kantorencomplex heeft mét het Veerhuis veel van de gezelligheid uit het buurtje verdreven. Op de opslagterreinen liggen stapels betonnen elementen te wachten tot er weer vervoer mogelijk is. Verder wordt het gebied bepaald door loodsen, een asfaltkraker en kranen, allemaal vanaf de dijk goed te zien. Aan de rand wordt gewerkt aan een nieuw bouwwerk. Het allerlaatste op die plaats, heeft de gemeente plechtig beloofd.
Maar ook voor de oorlog was er bedrijvigheid, zij het van een andere grootte. Er waren twee steenfabrieken: een veldoven en een ringoven. „Willem Tuil had er een zand­, grind­ en turfhandel. Mijn oom, Bernard Leenders, was parlevinker en hij had een eigen winkel aan het veer. En dan was er natuurlijk het Veerhuis. Dat lag toen nog tegenover de plaats waar Wim Martens later zijn nieuwe Veerhuis begon.” Er is in de hele Betuwe amper een buurt te bedenken waar de oorlog meedogenlozer heeft uitgehaald. Ook Leenders weet er van mee te praten. „Dat begon eigenlijk al op 10 mei 1940. We liepen op de Veerweg toen de pont werd opgeblazen. We zagen de stukken door de lucht vliegen. Gelijktijdig werden nog een stuk of wat schepen tot zinken gebracht. Om te voorkomen dat de Duitsers ze zouden kunnen gebruiken.”
De motordekschuit van vader Leenders, de Pieternella Huissen, werd nadien van 1940 tot 1944 gebruikt als pont in Malburgen. In september werd het schip opgeblazen door de Duitsers. Die maand heeft een dikke zwarte rand gekregen in het geschiedenisboek van Huissen. Op 17 september werd het Looveer tot drie keer toe gebombardeerd, elke keer met zes vliegtuigen. Bij de eerste aanval werd een woonboot vernield: drie doden. De tweede aanval trof enkel wat koeien. De derde aanval was afschuwelijk. In de schuilkelder die werd getroffen, zaten zeventien kinderen en drie volwassenen. Allemaal vonden ze de dood. De familie Eerden verloor elf kinderen en één volwassene. Binnen enkele ogenblikken. Maar ook de familie Leenders bleef niet gespaard. „Mijn broers Henk en Tonny van 13 en 10 jaar zijn ook in die kelder omgekomen...”
Na de oorlog was het voor iedereen uithuilen en opnieuw beginnen. „Wat moest je? Het huis lag aan puin, het schip was opgeblazen en twee kinderen dood. Pa, ik en onze Wim hebben een noodwoning gehaald in Arnhem­Zuid en opgebouwd aan het Looveer.” De verschrikkingen hebben de innige band met het Looveer niet kunnen verbreken. „Ik ben vanmorgen weggeweest. Maar als ik terugkom, dan rijd ik over de dijk. Even kijken op de schaal. En het water was weer een paar centimeter gevallen.”

(Deze aflevering uit de serie Van Hel en Hemeltje verscheen in het najaar van 1998 in De Gelderlander. De serie beschreef plekjes en gebiedjes die met name worden genoemd op de topografische kaarten van de Betuwe.)


Hoge heren in Huissen

De meer dan royale entree is vanaf de weg amper te zien. De door hagen en struiken aan het zicht onttrokken buxushaagjes vormen kamers voor het plaveisel. Groot en ruim zijn de steekwoorden van het moderne kasteel dat aan de Polseweg in Huissen is opgetrokken.

Door JOOP BRONS

Niets herinnert er meer aan huize De Pol. De naam is verdwenen en wat er nog aan eeuwenoude souvenirs zou kunnen bestaan, ligt veilig onder de grond opgeborgen. Het is een bodemboek geworden, dat de eerste decennia door niemand meer zal kunnen worden geraadpleegd. Toch is De Pol een historisch gebied, een oud adellijk goed dat in de volksmond nog steeds bestaat. Veel meer dan die andere, heel oude naam: De Waede, die maar weinigen in Huissen kennen. Deze naam dateert uit het begin van de veertiende eeuw. Drie eeuwen later wordt steeds vaker geschreven over De Pol(l).
De Historische Kring Huessen heeft vijftien jaar geleden heel wat archeologisch onderzoek gedaan naar het gebied. Th. Janssen concludeerde uit grondboringen en tekeningen dat het oorspronkelijke adellijke huis aan de kant van de Papesestraat moet hebben gestaan. Om het huis liep een gracht met een brug. Waarschijnlijk is het huis niet het oudste woongedeelte geweest, maar een woontoren die er al in de veertiende eeuw moet hebben gestaan. Janssen gaat nog verder. Uit bodemvondsten blijkt dat er op de Pol mogelijk al eeuwen eerder werd gewoond. Die bebouwing zou zijn vernield door een dijkdoorbraak in de twaalfde of dertiende eeuw. De Kring heeft niet alleen het slot in kaart gebracht in de eerste ‘Mededelingen’ van 1984. Ook de achtereenvolgende geslachten die sinds 1516 op De Waede of De Pol hebben gewoond zijn daardoor bekend.
De laatste heer van De Pol was Baron van Laer van Hoenlo, die in 1875 overleed. Zijn lichaam ligt begraven op het kerkhof aan de Doelenstraat, onder een steen waarop het wapenschild goed te zien is. De baron woonde bij zijn overlijden al in het centrum van Huissen, waar hij ook een bezittingen had. Een aardig moment om over te stappen naar een ander plaatselijk fenomeen: de Umdracht, die morgen opnieuw door de kom trekt. Toeval of niet: in dezelfde Mededelingen van 1984 wordt door J. Zweers geschreven over het jaar 1812 waarin de processie op de tocht kwam te staan. In 1816 gebeurde dat nog een keer. Maar dankzij het optreden van de protestantse (!) burgemeesters J.F. en J.J.E. Pilgrim kon de Umdracht gewoon doorgang vinden. Waar zat het probleem eigenlijk? Volgens de toen geldende wetgeving moesten openbare katholieke godsdienstplechtigheden achterwege blijven. In Huissen was er echter sprake van een jaarlijkse traditie, zonder enige onderbreking. Bovendien liet de burgemeester de autoriteiten weten dat de preken over het algemeen bijzonder gematigd waren geweest. Kortom, er was geen enkele reden om de processie uit het straatbeeld te halen. Die conclusie werd uiteindelijk overgenomen door koning Willem I in 1823.
In de zeventiende eeuw moesten de processiegangers ook al opboksen tegen hoge heren. Zo is bekend dat de gereformeerde ambtsman in 1641 een broertje dood had aan deze katholieke gebeurtenis. Hij was bang dat de Umdracht zou worden gebruikt als dekmantel voor een gewapende opstand. Zijn opvolger verbood zelfs dat de Umdracht langs zijn slot (op de plaats van het huidige Dominicanenklooster) zou trekken. De pastoor lapte het verbod aan zijn laars: hij trok langs de ambtman. Lang niet iedereen durfde de pastoor te volgen. Een deel van de deelnemers bleef wachten op de Markt. De boze ambtman stapte onmiddellijk naar de keurvorst om te klagen over de weigerachtige parochieherder. En hij kreeg gelijk. De pastoor werd veroordeeld tot het betalen van honderd goudgulden. Morgen trekt de Umdracht onbedreigd door de straten. Na afloop van de plechtigheid zal de stadstoren na een ingrijpende renovatie worden ‘teruggegeven’ aan het stadsbestuur. Wilt u nog meer toeval? In nog steeds hetzelfde exemplaar van Mededelingen 1984 een artikel van Henny Derksen over het opknappen van de toren in 1940. Destijds werd de spits gedeeltelijk vernieuwd. In de toren, die toen Mariatoren werd genoemd, bevond zich nog de balk met katrol om de korf te hijsen als waarschuwing tegen hoogwater. Een deel van de balk bleek toen al te zijn afgezaagd.
Terug naar de Pol, waar de Huissense toren nog te zien is. De nieuwe kasteelheer is Wim Selman. Hij kocht een kleine tien jaar geleden de ruïne die was overgebleven van de boerderij die op de plaats van huize De Pol was gebouwd. Selman moest hemel en aarde bewegen om op deze plaats zijn riante woning te kunnen bouwen. Hij is een eigentijdse grootgrondbezitter. Net als baron Van Laer van Hoenlo, de laatste bewoner van de Pol, heeft ook hij verschillende bezittingen in het centrum van Huissen. Toeval bestaat immers niet.
Deze aflevering was de honderdste in de serie Van Hel en Hemeltje die verscheen in de Betuwse editie van De Gelderlander. Dit verhaal over de Pol verscheen in juni 1998. Overigens is in dit verhaal onvermeld gebleven dat ook Piet Evers, de godfather van de Huissense tuinbouw op de Pol woonde. Hij verhuisde daar naar toe nadat hij in de Hoeve successen boekte met zijn teeltmethoden. Naar hem is de Piet Eversstraat op de Pol genoemd. Ook Baron van Laer heeft hier een weg als herinnering gekregen. De Polseweg maakt het historisch straatnaamboek compleet.

Deze aflevering was de honderdste in de serie Van Hel en Hemeltje die verscheen in de Betuwse editie van De Gelderlander. Dit verhaal over de Pol verscheen in juni 1998. Overigens is in dit verhaal onvermeld gebleven dat ook Piet Evers, de godfather van de Huissense tuinbouw op de Pol woonde. Hij verhuisde daar naar toe nadat hij in de Hoeve successen boekte met zijn teeltmethoden. Naar hem is de Piet Eversstraat op de Pol genoemd. Ook Baron van Laer heeft hier een weg als herinnering gekregen. De Polseweg maakt het historisch straatnaamboek compleet.

  1. Hoge Woerd
  2. De Brouwketel

Pagina 2 van 2

  • 1
  • 2

Historische Kring Huessen
 Museum Hof van Hessen

Vierakkerstraat 39, 
6851 BB  Huissen
tel:  026-3255058
(alleen tijdens openingsuren bereikbaar)

Openingstijden Museum Hof van Hessen
maandag  gesloten
alle andere dagen
geopend van
13.00 tot 16.30 uur
Inschrijven Nieuwsbrief

Wilt U onze Nieuwsbrief ontvangen ?
Stuur dan een mailtje met uw naam en e-mailadres naar nieuwsbrief@huessen.nl

 

Copyright © 2025 Historische Kring Huessen. Alle rechten voorbehouden.
Joomla! is vrije software uitgegeven onder de GNU/GPL licentie.