Historische Kring Huessen
  • Voorpagina
    • Nieuws
    • Agenda
    • Rondleidingen
    • Activiteiten
    • Lid worden
    • Museumwinkel en webshop
    • Stamboomonderzoek
      • Bidprentjes
      • Register van familienamen
    • Links
  • De Vereniging
    • ANBI gegevens
    • Bestuur
    • Bibliotheek & collecties
    • Adres
    • Lid worden
    • Geschiedenis van de Kring
    • Uitgaven
    • Statuten
    • Jaarverslagen
    • Financiëel jaarverslag
    • Privacy-verklaring
  • Museum
    • Exposities
    • Museumwinkel en webshop
    • Baliemedewerkers
    • Huissen getroffen, een digitale tentoonstelling
    • Het museum komt naar je toe
  • Over Huissen
    • Informatie voor leerlingen van de basisschool (hoogste groepen)
    • Geschiedenis van Huissen
    • Een korte geschiedenis van het Zand
    • De Canon
    • Opgravingen Loovelden
    • Kaarten
    • Verhalen over/uit Huissen
    • Foto's uit Huissen
      • Fotoalbum met oude straatbeelden
      • Klassenfoto's van de Huishoudschool
      • Brood op de plank
      • Trouwfoto's
      • Huissen zoals het eens was, Palmpasen
      • Collectie Geveling vergeleken met nu
      • Hoogwater door de jaren heen
    • Films over/uit Huissen
    • Huussese Taol
      • Dictees Dialectavond
      • Toon Lippmann in gesprek (rond 1950)
      • Muziek
      • Geluidsfragmenten in dialect
      • Interview met Jan Jeurissen (Jan Baos) 1985
      • Filmpjes over/in de Huussese Taol
      • Stukjes van Joop Brons uit Medelingen
    • Folklore
      • Foto's Umdracht
      • Geluidsfragmenten Umdracht
      • Beleg en Ontzet van Huissen
      • Carnaval in Huissen
    • Artikelen uit oude Mededelingen
    • Hel en Hemeltje
    • Bijnamen in Huissen
    • Opsporing verzocht
    • Stadswandeling door Huissen
  • Transcripties
    • Downloadpagina
  • Bibliografie van Huissen
    • Inhoudsopave Bibibliografie
    • Over gebruik Bibliografie
      • Reglement raadplegen
    • Downloadpagina Bibliografie
    • I Algemeen
    • II Oudheidkunde & Archeologie
      • Oudheidkunde
      • Archeologie
        • Algemeen
        • Prehistorie
        • Romeins
        • Merovingisch
        • Middeleeuwen
        • Periode na 1500
      • Opschriften
      • Musea
    • III Staatkunde
      • Algemeen
      • Voorkleefse Periode (tot 1242)
      • Eerste Kleefse periode (1242-1368
      • Hertogdom Gelre (1368-1371)
      • Tweede Kleefse periode (1371 - 1411)
      • Graafschap Mark (1411 - 1413)
      • Graafschap Kleef (1413 - 1417)
      • Hertogdom Kleef (1417 - 1609)
      • Posserende Vorsten van Kleef, Gulik en Berg (1609 - 1614)
      • Keurvorstendom Brandenburg (1614 - 1701)
      • Koninkrijk Pruisen (1701 - 1795)
      • Overgangstijd (1795 - 1816)
      • Koninkrijk der Nederlanden (1816 - heden)
      • Bezettingstijd (1940 - 1945)
        • Algemeen
        • Mobilisatie 1940
        • Brandbombardement 1943
        • Militair 1940-'45
        • Verzet
        • Burgerij tijdens en na de oorlog
          • Burgerij 1940-'44
          • Burgerij 1944-'45
          • Persoonlijke getuigenissen
          • Wederopbouw
    • IV Krijgsgeschiedenis
      • Vesting en stadsmuur
      • Geschiedkundige bijzonderheden
    • V Sociaal-economisch geschiedenis
      • Primaire sector
        • Algemeen
        • Veeteelt
        • Akkerbouw
          • Kersenteelt
          • Tabak
          • Diverse akkerbouw
        • Tuinbouw
        • Jacht en Visserij
      • Secundaire sector
        • Nijverheid
        • Industrie
      • Tertiaire sector
        • Handel
        • Middenstand
        • Vervoer en verkeer
        • Verzorgende sector
        • Horeca
      • Statistiek
    • VI Onderwijs
      • Algemeen
      • Kleuteronderwijs
      • Basisonderwijs
      • Voortgezet onderwijs
    • VII Godsdiensten
      • Rooms Katholiek
        • Algemeen
        • Parochie O.L.Vrouw ten Hemlopneming (stad)
        • Vicariën
        • Parochie H. Margaretha (Malburgen)
        • Parochie H.H. Martelaren van Gorkum (Zand)
        • Sint Elisabethconvent
        • Dominicanen
        • Zusters Penitenten van de Eenheid
        • Sacramentsprocessie
        • Hollandse zending
        • Diversen
      • Nederlands Hervormd
      • Wederdopers
      • Joden
    • VIII Recht
      • Staatsbestuur
        • Domeinen en Lenen
        • Heerlijkheid
        • Tol
      • Plakkaten, ordonnantiën
      • Rechtsgeleerdheid
      • Stads- en Gemeentebestuur
      • Politie en Justitie
    • IX Genealogie en heraldiek
      • Stads- en Gemeentebestuur
      • Families en personen algemeen
      • Families en personen A-Z
    • X Numismatiek
    • XI Zegelkunde
    • XII Kunst en literatuur
      • Geestelijke kunst en literatuur
        • Stadskerk
        • Zandse kerk
        • St. Elisabethsconvent
        • Dominicanerklooster
        • Diversen
      • Wereldlijke kunst en literatuur
        • Beeldende kunst
        • Gilden
        • Literatuur
        • Toneel en muziek
    • XIII Volkskunde en heemkunde
      • Algemeen
      • Herdenking Beleg en Ontzet
      • Gilden
        • Algemeen
        • St. Joris en St. Antoniusgilde
        • St. Gangulphusgilden
        • St. Laurentiusgilden
        • Rechten
        • Kerkelijk
        • Historische feiten
        • Zilver
        • Vendelzwaaien
        • Festiviteiten
        • St. Jorisvendel
      • Overige tradities
        • Driekoningen
        • Carnaval
        • Palmpasen en Pasen
        • St. Jan
        • Kerkwijding en Kermis
        • Diversen
    • XIV Kartografie
    • XV Aardrijkskunde en plaatsbeschrijving
      • Geologisch
      • Historisch
      • Statistiek
    • XVI Straten en gebouwen
      • Algemeen
      • Wederopbouw
      • Straten
        • Achter de Gracht
        • Achter de muur
        • Altena
        • Arnhemsepoort
        • Berkenstraat
        • Binnenveld
        • Bloemerstraat
        • Bloemstraat
        • Bruinstraat
        • Burchtgracht
        • Damstraat
        • Dijk
        • Doelenstraat
        • Galgenkamp
        • Gangulphustraat en Laurentiustraat
        • Gasthuisstraat
        • Gochsestraat
        • Hazekamp
        • Helmichstraat
        • Hiebzedeel
        • Hoeve
        • Hogewoerd
        • Holthuizen
        • Huismanstraat
        • Julianastraat
        • Kamervoort
        • Karstraat
        • Kempke
        • Klaphek
        • Klokkenpad
        • Kortekerkstraat
        • Laak
        • Langekerkstraat
        • Langestraat
        • Leprozeriestraat
        • Loostraat
        • Looveer
        • Loovelden
        • Malburgen
        • Malenborch
        • Markt
        • Molensteen
        • Peperstraat
        • Rijnstraat
        • Roesgas
        • Stadswal
        • Steltenweg
        • Tempelierenstraat
        • Touwslagersbaan
        • Vicariestraat
        • Vierakkerstraat
        • Viersprong
        • Walstraat
        • Weverstraat
        • Van Wijkstraat
        • Wijngaarden
        • Zandsestraat
        • Zandsevierkant
        • Zandweg
      • Gebouwen
        • Altena
        • Ambstwoning
        • Antoniuskapel
        • Arnhemse Poort
        • Begraafplaatsen
        • Binnenveld
        • Brandweerkazerne
        • Brouwketel
        • Bruinstraat 7
        • Buitenpoort
        • Burcht
        • Bussel
        • Huize "de Bijl"
        • Cremerstichting
        • Dodenpoort
        • Dominicanenklooster
        • St. Elisabethklooster
        • Gasthuis
        • Gelderse Gevel
        • Gildekapel
        • Gildekempke
        • Gravenkamp
        • Gravekamp
        • Hessenhof
        • Hoekpand Langestraat - Damstraat
        • Hoeve (boerderij)
        • Hof van Hessen
        • Holthuizen
        • Johannahoeve
        • Kleuterschool (Lange Kerkstraat)
        • Kasteel
        • Kerk en begraafplaats (N.H.)
        • Kerk en begraafplaats (R.K.) - Stad
        • Kerk (R.K.) - Zand
        • Huize "Het Klokje"
        • Koepeltje N.H. Pastorie
        • Kortekerkstraat 2
        • Langestraat (Pand Joosten)
        • Langestraat 19-21
        • Langestraat 31-35
        • Langestraat 37 (Pand Steyntjes)
        • Langestraat 52
        • Langestraat 52B
        • Malmberg
        • Mariakapel (Duisterestraat)
        • Massagraf
        • Mea Vota
        • Molen
        • Onder de Linden
        • Oude Vrouwenhuis
        • Pannenhuis
        • Pastorie (N.H.)
        • Pastorie (R.K. Stad)
        • Patersgracht
        • Pelsenhoeve
        • Pleybrug
        • De Poll
        • Poort van Cleve
        • Postkantoor
        • Priestergraf
        • Rijnpoort
        • Rosendael
        • Rosmolen
        • Royaardspand (Langestraat)
        • Sancta Maria
        • Schaepskamp
        • Scheepjeshuis
        • Huize "Het Schipke"
        • Stadhuis
        • Stadsherberg
        • de Swaen
        • Tabaksboerderij
        • Tuinbouwschool
        • Valom
        • Veerhuis
        • Veiling
        • Vicarie
        • Vierakkerse Poort
        • Vierakkerstraat 15
        • Volksbond
        • Vredendaal
        • Waag
        • Waede
        • Wampie
        • Welgelegen
        • Zandse Molen
        • Zilverkamp (boerderij)
        • De Zon
        • Zustersklooster en -kapel
    • XVII Infrastructuur
      • Algemeen
      • Waterstaat
    • XVIII Planologie
    • XIX Verenigingsleven
      • Algemeen
      • Kulturele groepen
      • Sportverenigingen
      • Muziekverenigingen en zangkoren
      • Sociale verenigingen
      • Carnavalsverenigingen
      • Verkennerij
      • Diversen
    • XX Archief
    • XXI Periodieken
      • Historische periodieken
      • Dag- en weekbladen
    • XXII Foto's en films
      • Algemeen
      • Stadsgezichten
      • Gebouwen
      • Schoolfoto's
        • Algemeen
        • Agneschool
        • Aloisiusschool
        • Antoniusschool
        • Gemeenteschool
        • Huishoudschool
        • Josefschool
        • Julianaschool
        • Mariaschool (Huissen-Zand)
        • Tuinbouwschool
      • Groepsfoto's
      • Films
    • XXIII Dialect
    • XXIV Historiografie
  • Werkgroepen
    • Werkgroep Beeld & geluid
    • Werkgroep Heemkunde
      • Verslag laatste Huissens Dictee
    • Werkgroep Archeologie
    • Werkgroep Bronneninventarisatie
    • Werkgroep Transcripties
    • Werkgroep Genealogie
      • Stamboom opvragen
      • Gegevens Bidprentjes
      • Enkele familienamen, die Huissen passeerden.
      • Kwartierstaat van Anne en Pieter Driessen
      • Register van familienamen
  1. U bevindt zich hier:  
  2. Voorpagina
  3. Over Huissen
  4. Artikelen uit oude Mededelingen
  5. Over Huissen
  6. Over Huissen


GESCHIEDENIS VAN HUISSEN


De hiernavolgende tekst correspondeert met de onderwerpen in de vitrines van het Stadsmuseum Hof van Hessen.

De Prehistorie
Het is niet zeker, of er in de Prehistorie permanent bewoning in de Over-Betuwe is geweest. Er zijn resten uit de Steentijd en de IJzertijd gevonden, vooral bij Zandwinning in het Zwanewater. Zeker is het, dat in de IJzertijd een nederzetting heeft gelegen op de Kerkelanden.

De Romeinse Tijd
Vanaf 12 voor Christus zijn de Romeinen actief geweest in de Betuwe. Zij hebben enkele militaire posten ("castella") gehad, bemand door militairen van het Dertigste Legioen. Verder waren er vooral Romeinse villa's en zgn. Romeins-Bataafse nederzettingen, waar vooral inheemse bewoners Romeinse gewoonten overnamen. In Huissen zijn vooral grafvondsten gedaan langs de Lange Loostraat. De aard van de nederzetting is nog steeds niet bekend. De
Romeinse aanwezigheid duurde tot ongeveer 250 na Christus.

De Vroege Middeleeuwen
In tegenstelling tot de rest van de Betuwe heeft Huissen doorlopend bewoning gehouden vanaf de Romeinse Tijd. In een oude meander van de Rijn lag een groep boerenhoeven, ter hoogte van het huidige Kempke. In 814 wordt deze nederzetting onder de naam Hosenheim voor het eerst genoemd. In de tiende eeuw werden er twee versterkingen bij gebouwd: de Grote Toren, die eeuwenlang het silhouet van Huissen bepaalde en de Dannenberg, een tufstenen rechthoekige burcht.

1242-1368
In 1242 blijkt Huissen in het bezit te zijn van de graven van Kleef. Deze hieven een tol op de Rijn. Bij die tol werd een burcht gebouwd en al spoedig ontstond een handelsnederzetting. Graaf Dirk IX (1310- 1347) heeft die handelsnederzetting rond 1314 tot stad verheven. De stad werd voor een groot deel in de veertiende eeuw aangelegd. De huidige hoofdstraten in de kom van Huissen zijn toen ontstaan.

1368-1502
Van 1368-1371 behoorde Huissen korte tijd bij het hertogdom Gelre. In diezelfde tijd leefde er Gravin Mechteld van Kleef, die het als weduwegoed mocht gebruiken. Zij stierf in 1384 op de Huissense burcht. Vanaf dat moment was Huissen weer Kleefs. Het werd in de vijftiende eeuw vooral een militaire voorpost voor de graven (sinds 1417 hertogen) van Kleef in hun vele oorlogen met de hertogen van Gelre. De handel had van die oorlogen zeer te lijden. Belangrijke bron van inkomsten vormde in die dagen de kersenteelt.

1502-1609
Maar net bleef Huissen in 1502 voor Kleef behouden. Ruim een maand werd de stad belegerd door de troepen van hertog Karel van Gelre. Een Kleefs ontzettingsleger versloeg de Geldersen op 26 juni 1502. Dit feit wordt nog jaarlijks herdacht! In de zestiende eeuw werd Huissen betrokken in de strijd om de Nederlandse onafhankelijkheid. Nederlandse en Spaanse troepen gebruikten de Betuwe vanaf 1568 regelmatig als gevechtsterrein. De zwakke hertogen van Kleef konden Huissen daarbij niet beschermen.

1609-1701
In 1609 stierf de laatste hertog van Kleef. Na een korte periode van onzekerheid kwam het land van Kleef en dus ook Huissen in het bezit van de keurvorst van Brandenburg. Vanaf dat ogenblik zetelden de landsheren van Huissen in Berlijn! Toch probeerde keurvorst Friedrich Wilhelm greep te krijgen op de gang van zaken in de steden. De stad Huissen kreeg een protestant stadsbestuur, terwijl de bevolking merendeels katholiek bleef. Met het St.-Elisabethsconvent (zustersklooster) als centrum werd Huissen belangrijk als vrijplaats voor de katholieken in Gelderland.

1701-1795
In 1701 verkreeg de keurvorst van Brandenburg het recht zich koning in Pruisen te noemen. Daarmee hoorde Huissen tot dat koninkrijk. De koningen streefden ernaar om hun land economisch af te schermen. Voor de enclave Huissen was dat een ramp. De plaats verarmde snel. Het enige produkt, dat op grote schaal kon worden verbouwd was tabak. Verder moest de bevolking ook hoge lasten opbrengen voor de vele oorlogen van koning Frederik II de Grote. De stad zelf verviel tot een bedenkelijk niveau.

1795-1816
Vanaf 1795 werd gesproken over de overdracht van Huissen aan Nederland.
Dat leidde tot een groot aantal wisselingen van soevereiniteit:
Tot 1806:          Koninkrijk Pruisen
1806-l808:        Groothertogdom Berg
1808-1810:       Koninkrijk Holland
1810-18l3:        Keizerrijk Frankrijk
1813(dec):        Vorstendom der Nederlanden
1813-l816:        Koninkrijk Pruisen
Vanaf 1816:      Koninkrijk der Nederlanden

1816-1890
Toen Huissen op 1 juni 1816 Nederlands werd, was het totaal geruïneerd. Rond 30% van de bevolking moest worden bedeeld. Pas vanaf het midden van de negentiende eeuw kwam daar verandering in. De tuinbouw ging de tabaksteelt vervangen. Van grote invloed hierop waren de paters Dominicanen, die sinds 1858 in Huissen waren gevestigd. Verder zorgde de steenfabrikage langs de Rijn voor werkgelegenheid. Hierdoor was de gemeente tegen de eeuwwisseling op gelijk niveau met de omgeving.

1890-1940
In de eerste decennia van de twintigste eeuw onderscheidde Huissen zich niet echt van andere Nederlandse gemeenten op het platteland. Er werden diverse ambachten uitgeoefend, zoals het mandenmaken. Vooral in de jaren twintig en dertig kwam er een steeds rijker verenigingsleven op. In 1923 was het tuinbouwgebied van Huissen zo sterk gegroeid, dat de aartsbisschop van Utrecht een tweede parochie instelde: die van de H. H. Martelaren van Gorcum in Huissen-Zand. Daardoor ontstond eigenlijk het afzonderlijke kerkdorp Huissen-Zand. Pastoor A.A. van Wijk bevorderde het onderscheid tussen Zand en Stad bijzonder. Zijn neef en tegenspeler in Huissen-Stad, pastoor Th. Van Wijk, deed daar zijn best om het parochieel leven te versterken. Het was voor Huissen echt "Het Rijke Roomsche Leven"!

De Tweede Wereldoorlog
Bij de mobilisatie in 1939 werden in Huissen Nederlandse torpedisten gelegerd. Bij de inval op 10 mei 1940 sneuvelden diversen van hen. De grote slagen voor Huissen kwamen in de jaren 1943-1945. Op 13 mei 1943 verwoestte een brandbombardement een deel van Huissen-Stad. Vanaf 17 september 1944 werden het Looveer, Stad en Zand regelmatig getroffen door bommen en granaten. Meer dan 200 mensen kwamen om, vooral bij een groot bombardement op 2 oktober 1944. Van oktober 1944 tot juni 1945 was de gemeente geëvacueerd. Geen Huissenaar was dus getuige van de bevrijding op 2 april 1945. Daarbij waren naast Britse en Canadese ook Belgische militairen betrokken.

1945-1970
Vrij kort na de bevrijding vierde Huissen (overigens ten onrechte) in 1948 het 600 jaar stad. Ondertussen was de gemeente bezig aan de wederopbouw. Daarbij werd een probleem, dat de gemeente sterk verdeeld was in kleine politieke belangengroepen. De gemeenteraad was jarenlang berucht om zijn verdeeldheid. Het is het stadsbeeld van Huissen niet ten goede gekomen. Een derde deel van de gemeente ging bovendien verloren door de annexatie van Malburgen door Arnhem in de jaren 1953 en 1966.

De traditie in Huissen
Na 1970 is de bevolking van Huissen bijna verdubbeld door de vele nieuwbouw, vooral op de Zilverkamp. Dat heeft de bevolking ook een totaal andere structuur gegeven. Toch koesterden de Huissenaren sterk het hun eigene: de tradities. Vele tradities (herdenking van Beleg en Ontzet, Paasvuur, Koningsschieten, Omdracht) worden sterk bevorderd door de beide schuttersgilden. Maar er zijn er nog meer; Kermis, Vleiskeuren, Carnaval. Er is heel wat te doen in Huissen!


Een korte geschiedenis van het Zand

door: R.C. Tonk en dr. E.J.Th.A.M.A. Smit

Het ontstaan van Het Zand
Waarschijnlijk al vóór de Romeinse tijd lag ten westen van de huidige stad Huissen een grote meander in de Nederrijn. In die periode was er uiteraard nog geen sprake van een bedijking van het gebied. Daardoor kon bijna elk jaar, als de waterstand steeg, de omgeving onderlopen. Aan de kop van de meander werd bij die overstromingen zand opgeworpen. Op den duur is op die manier een gebied ontstaan met een zandige ondergrond.
De oudste bewoning van Huissen vond plaats binnen de betrekkelijke veiligheid van de oude Rijn meander. Het Zand viel daar logischerwijze buiten. Bovendien was het gebied alleen al door zijn grondsoort minder geschikt voor de gewassen die de Huissenaren in de middeleeuwen teelden. Het Zand bleef daarom "onland". Het werd niet in cultuur gebracht. Op een kaart uit 1586 is duidelijk, dat Het Zand "der Stadt Gemeint" was. Dit houdt in, dat de gezamenlijke burgerij van Huissen eigenaar was van de grond; het betrof "gemene" (=gemeenschappelijke) grond. Op zulke grond konden mensen vrijelijk hun vee weiden, waarbij de stad alleen lette op de aantallen dieren die geweid werden. Met name voor armere mensen was zo'n voorziening heel erg nuttig. Wie immers geen eigen grond had, maar wel een enkele geit of koe kon zó toch aan voedsel voor het dier komen. Langs Het Zand liep overigens altijd al een heel oude weg naar Nijmegen, de huidige Karstraat. Door een incident uit 1470 weten we, dat er langs die straat wel degelijk ook koren werd verbouwd.
Niet alleen als goedkope weidegrond deed Het Zand dienst. Ook die zaken die men liever op enige afstand van de stad hield, konden er plaats vinden. Een deel van het terrein stond te boek als de "Galgenkamp". Daar stonden kennelijk de galgen, waaraan de ter dood veroordeelden werden opgehangen. Hoewel het ophangen op zich altijd een publiek vermaak was, deed men dat bij voorkeur niet te dicht bij de stad, omdat het meestal de gewoonte was de gehangenen lange tijd als afschrikwekkend voorbeeld te laten hangen. In 1490 werd ook het melaatsenhuis (de "leprozerie") op Het Zand gebouwd. Het enige dat de middeleeuwers namelijk van besmettelijke ziekten begrepen, was dat men de lijders het beste uit de buurt kon houden. Al met al was het Zand bepaald niet het meest aantrekkelijke deel van Huissen.

De tabaksbouw
In de zeventiende eeuw kwam in Nederland de verbouw van tabak op gang. Daarvoor leende de Huissense grond zich uitermate, terwijl de tabaksbouw ook nogal arbeidsintensief was. In de enclave Huissen, waar men steeds meer economisch geïsoleerd werd van de omgeving, was de tabak een aantrekkelijk product om te telen.
Midden zeventiende eeuw verkeerde de stad Huissen in schreeuwende geldnood. De stad had een heel beroerde periode achter de rug met diverse militaire bezettingen. Bovendien had het stadsbestuur de stadskas uitgeput in een geldverslindend proces tegen de geërfden van Malburgen. In die financiële malaise besloot de magistraat van Huissen tot de verkoop van Het Zand. Formeel gezien kon dat helemaal niet, want het terrein was niet bezit van de stad, maar van de inwoners. De meest gedupeerde inwoners zullen echter wel de armen geweest zijn en hun stem klonk altijd al zwak en is door de tijd onhoorbaar geworden. Het lijkt erop, dat er weinig verzet was.
Op 7 februari 1669 gingen de eerste negentien percelen van de hand. Tot 1692 werden er in totaal 91 hoven verkocht. Het Zand raakte aldus verdeeld in tientallen kleine hoven, waarop ongetwijfeld vrijwel altijd tabak werd geteeld. De stad Huissen verdiende er 4887 gulden mee. Door latere verkopen die duurden tot 1700 kwam daar nog 1365 gulden bij. Ruim 200 jaar was de tabaksbouw de voornaamste bron van inkomsten op Het Zand. Rond 1850 was Huissen met 50 ha. van deze teelt bebouwd. Het moet een deel van het buitengebied zijn geweest met een handwerkende, maar altijd arme bevolking, want veel kunnen de tabakshoven niet hebben opgebracht.
Aan de tabaksbouw kwam een einde in het laatste kwart van de negentiende eeuw. De import van goede tabak uit Nederlandsch Indië zorgde ervoor, dat de inheemse tabak onverkoopbaar werd. Daarom verdween in betrekkelijk korte tijd het product vrijwel geheel van de Zandse grond. Gelukkig voor de Zandse tabaksboeren zou de tuinbouw een gunstig alternatief bieden.

De Zandse molen
Omstreeks het midden van de negentiende eeuw kreeg Het Zand de beschikking over een windkorenmolen. Op 29 januari 1842 belandde hiertoe een brief van de districtcommissaris van de "áster van Binnenlandse zaken uit Nijmegen op het bureau van de Huissense burgemeester J.J.E. Pilgrim. In deze brief verzoekt de in Arnhem woonachtige molenaar Jacobus Kemperman om een vergunning voor de oprichting van een windkorenmolen op het land van zijn vader, Hendrik Kemperman, gelegen aan de noordzijde van het eerste Zandse straatje, sectie F nr. 46.
Jacobus Kemperman krijgt hierop met een andere molen, de ambtelijke molen, te maken. Nadat de talloze procedures waren doorlopen kon de molen in 1845 worden gebouwd. In 1899, de molen is dan vier keer van eigenaar verwisseld en in het bezit van Theodor Heickmann, voltrok zich een ramp toen in de nacht van 5 op 6 mei om half één brand uitbrak. Alle pogingen ten spijt moest de brandweer, geholpen door de buurtbewoners, met lede ogen aanzien hoe de houten molen tot de grond toe afbrandde. Volgens ooggetuigen was het afbranden van de molen een indrukwekkend schouwspel geweest, de molen was namelijk op hol geslagen m.a.w. de wieken van de molen waren brandend rond gaan draaien.
De molen werd hierna in steen herbouwd en kwam in 1922 in het bezit van Jan Lamers. De Zandse molen raakt echter mede door de aansluiting van Huissen op het regionale elektriciteitsnet (in het najaar van 1921) steeds vaker buiten bedrijf.
Na de definitieve stilstand in 1923 heeft de molen nog enige tijd als woning dienst gedaan voordat hij in 1926 werd gesloopt.

De tuinbouw
De teloorgang van de tabaksteelt in Huissen aan het einde van 19e eeuw was tevens, naar wat later zou blijken, een belangrijke nieuwe agrarische ontwikkeling. Een onderdeel hiervan was de opkomst van de tuinbouw. De overschakeling van de tabaksteelt naar de tuinbouw bracht weinig problemen met zich mee omdat de Huissense bodem en afwatering zich uitstekend leenden voor de tuinbouw. Huissen ontwikkelde zich al snel van tabakscentrum naar een tuinbouwgebied van de eerste rang dat eerste kwaliteit producten leverde aan binnen‑ en later ook aan het buitenland, zoals het Duitse Ruhrgebied.
Bovendien hadden de beginnende tuinders het economische tij mee omdat na de verstedelijking zich nu ook de industrialisatie had ingezet waardoor de vraag naar veredelde landbouwproducten, maar vooral tuinbouwproducten, toenam.
Het was ook in die periode dat het eerste zgn. "platte glas" verscheen, ook wel "Lentse ramen " genoemd, wat tevens de start was voor de later zo succesvolle glascultuur in Huissen. Voor het afzetgebied in de regio waren de tuinders aangewezen op de markten in de omliggende steden. Zoals de vrijdagmarkt in Amhem waar talloze "markttuinders" vergezeld van hun vrouwen hun koopwaar trachtten te sluiten.Rond 1910 verscheen in Huissen het eerste "staande glas" de zgn. "druivenkassen."
Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 bracht de tot dusver sterk groeiende tuinbouw nagenoeg tot stilstand. In een poging een breder afzetgebied te bewerkstelligen kwam met medewerking van burgemeester W.M. Heech in 1916 een eerste veiling ‑genaamd "De Batauwe"‑ tot stand. Helaas was deze aan de Gochsestraat gevestigde veiling maar een kort leven beschoren. Een tweede poging had meer succes. Na veel vergaderen werd in 1926 opnieuw een veiling opgericht, ditmaal aan de Laak. Het glasareaal maar vooral de aanvoer van tuinbouwproducten nam hierna in omvang en kwaliteit sterk toe. Na de Tweede Wereldoorlog zien we dat de groenteteelt zich steeds meer ontwikkelde in de richting van bedrijven met lichtverwarmde zgn. 'Venlo warenhuizen".
In de 60e jaren gingen steeds meer tuinders over tot het telen van snijbloemen, maar bleef de groenteteelt de grootste aanvoer leveren aan de Huissense veiling.
Op 17 maart 1972 werd op een buitengewone ledenvergadering besloten een fusie aan te gaan tussen de Huissense en de Nijmeegse veiling. De investeringskosten van het nieuwe veilingcomplex, genaamd VV70, geprojecteerd tussen Huissen en Bemmel aan de Karstraat, bedroegen vijftien miljoen gulden.

De komst van een eigen parochie
In de grote katholieke kerk van Huissen‑Stad nam het Zandse kerkvolk in het begin van de twintigste eeuw een aparte plaats in. Gezien in de richting van het hoogaltaar stonden de banken aan de rechterkant bekend als "de Zandse kant. Wellicht dateerde die scheiding uit een vroegere tijd, toen er een splitsing was tussen de inwoners van de stad en het ‑buiten de stad gelegen‑ ambt Huissen. Hoe dan ook, hij was er. In het begin van de jaren twintig kwam er een discussie op gang over een eigen school op het Zand. Die discussie had te maken met de lage kwaliteit van de openbare school in Huissen‑Stad en met de sinds 1917 bestaande mogelijkheden om met overheidsgeld een katholieke school te stichten. Deken H.B. Bodifee, altijd al weinig veranderingsgezind, voelde er niets voor. In die sfeer werd de aartsbisschop van Utrecht Mgr. H. van der Wetering, benaderd. Hij nam in 1922 een zeer vérgaand besluit: Het Zand kreeg niet alleen een eigen school, maar zelfs een eigen parochie.
Tot bouwpastoor werd benoemd A.A. van Wijk, kapelaan in Bemmel. Het bijeenbrengen van de benodigde gelden was zijn grootste probleem. De kerk kostte tenslotte fl 12.192,‑‑. Niettemin werd het karwei geklaard. Op 20 juli 1926 kon de eerste parochiekerk van Huissen-Zand worden ingewijd. De kerk stond onder patronage van de H.H. Martelaren van Gorcum. Ook de beide scholen kwamen in die periode gereed.
Daarmee was Het Zand in feite een apart kerkdorp geworden. De heren geestelijken hadden er behoefte aan, dat hun parochie zich onderscheidde van de moederparochie in Huissen‑Stad. Zij hebben dat doel vooral nagestreefd door het bevorderen van een eigen Zands verenigingsleven. Met name na 1945 kwam dat van de grond.

Oorlogsverwoestingen
Het Zand lag in de oorlogsmaanden september 1944 ‑ mei 1945 minstens zo zwaar onder vuur als Huissen‑Stad. Op 28 september werd de kerktoren al zwaar beschadigd door een granaatinslag en op 2 oktober werd ook Het Zand getroffen door een bombardement. Het aantal doden was gering, maar de parochiekerk ging geheel verloren. De bevolking van het Zand moest evacueren. Een groot deel van de mensen kwam onder leiding van kapelaan M.H. de Vries zelfs in Noord‑Friesland (Steggerda) terecht.

Na de oorlog kreeg Het Zand in 1945 een noodkerk. Pas op 12 oktober 1953 kon de nieuwe parochiekerk worden ingewijd. Ook nu was A.A. van Wijk weer de bouwpastoor.

Het Zandse verenigingsleven
Ondanks alle ellende die de Tweede Wereldoorlog teweeg had gebracht ontstond er een saamhorigheid onder de Huissense bevolking. Men had elkaar nodig om er weer bovenop te komen. Mede hierdoor kreeg men op Het Zand steeds meer behoefte aan een eigen verenigingsleven dat zich tot die tijd hoofdzakelijk tot Huissen-Stad beperkte.
Hierin kwam verandering (mede door de eerder vernoemde geestelijke ondersteuning vanuit de parochie) bij de oprichting van voetbalvereniging Jonge Kracht in 1945, waarna al snel andere verenigingen volgden, zoals de duiven‑, handbal‑, wandel‑, toneel‑ Oranjevereniging en een eigen muziekvereniging die onder de naam 'R.K. Muziekvereniging Volharding" op 6 november 1951 werd opgericht. Ondanks het enthousiasme waarmee men startte ging het pad niet altijd over rozen.
Menig vereniging op Het Zand had met financiële problemen te kampen. Om deze minder draagkrachtige verenigingen van hun financiële moeilijkheden te ontlasten werd op 13 november 1952 de parochiële culturele vereniging " Eendracht Maakt Macht " opgericht. Ook beoogde E.M.M. de culturele belangen van Het Zand te behartigen en op een hoger peil te brengen.

Gebruikte literatuur:
C.G. Neijenhuis, "Een andere visie op het ontstaan van 't  Zand'. In: Med. H.K.H., Jrg. 25 (2000), pag. 156‑161.
H.W.J. Derksen, "Het Zandse Vierkant. In: Med. H.K.H., irg. 11 (1986), pag. 159‑164.
R.C. Tonk, 'De Zandse molen". In: Med. H.K.H., Jrg. 22 (1997), pag. 3 9‑45, 102‑108 en 142147.
E.J.Th.A.M.A. Smit en J.H.F. Zweers, Huissense Kerken en Kapellen (Huissen 1997), pag. 3648.
R.C. Tonk, "De ontwikkeling van de glascultuur in Huissen". In: Huissen tuinbouwstad in beweging (Huissen 1997).

Films over Huissen en zijn bewoners

Filmpjes over bijzondere mensen/gebeurtenissen in Huissen

  • Bouw van de tunnel aan de Arnhemse Poort in 1981
  • Geert Janssen (vd Droogstal) uit Huissen vertelt over zijn terugkeer naar bevrijd Huissen op 23 mei 1945
  • Geert Janssen (vd Droogstal) uit Huissen vertelt over de periode 10-05-1940 tot 17-11-1944.
  • Sloop van gemeentehuis de Altena en bouw van Sancta Maria (1974/1975)
  • Mea Vota, van druiven snoeien tot wijn maken.
  • Bouw AH en appartementen Markt in 1988, een film
  • Passiespel in 1960, een film
  • Verwoestingen in de Betuwe, film van den Regeerings Voorlichtings Dienst in Londen
  • Interview met Bart Jansen over de Tweede wereldoorlog
  • Interview met Frits Vermeulen over de Tweede Wereldoorlog
  • Een film over de Huishoudschool in Huissen tussen 1963 en 1968 aan de hand van foto's van juffrouw Lubbers, hoofd der school
  • Met trots presenteert de gemeente Huissen zijn nieuwe brandweerwagen, een film uit 1975
  • Koningsschieten en het Beleg en Ontzet van Huissen in 1930, een film
  • 1945 Bouw Noodwoningen Peperstraat, een historische film
  • Tonnie Hooijman - Huissen aan de dijk
  • Tonnie Hooijman zingt mooi Huissen stad
  • De Huussese Umdrach met Tonny Hooijman
  • Bart Straatman in 1995
  • De patronale van Maria Demont-Derksen uit 1942
  • Ceremonie bij het Massagraf Huissen-Stad op 24 juni 2017 en Het Beleg en Ontzet van Huissen
  • Vleiskeuren
  • Paasvuur
  • Huissense Umdracht
  • Filmpjes over het Looveer uit 1992
  • Interview met Gerrit Meeuwsen over de watertoren
  • Hoogwater in 1995
  • De bevrijdingsoptocht in 1995
  • Cremerstichting
  • Evacuatie van Gijs Vermeulen (een film)
  • Bruiloft Theo Bruins en Stien Derksen 1942 (een film)


GESCHIEDENIS VAN HUISSEN

De hiernavolgende tekst correspondeert met de onderwerpen in de vitrines van het Stadsmuseum Hof van Hessen.

De Prehistorie
Het is niet zeker, of er in de Prehistorie permanent bewoning in de Over-Betuwe is geweest. Er zijn resten uit de Steentijd en de IJzertijd gevonden, vooral bij Zandwinning in het Zwanewater. Zeker is het, dat in de IJzertijd een nederzetting heeft gelegen op de Kerkelanden.

De Romeinse Tijd
Vanaf 12 voor Christus zijn de Romeinen actief geweest in de Betuwe. Zij hebben enkele militaire posten ("castella") gehad, bemand door militairen van het Dertigste Legioen. Verder waren er vooral Romeinse villa's en zgn. Romeins-Bataafse nederzettingen, waar vooral inheemse bewoners Romeinse gewoonten overnamen. In Huissen zijn vooral grafvondsten gedaan langs de Lange Loostraat. De aard van de nederzetting is nog steeds niet bekend. De
Romeinse aanwezigheid duurde tot ongeveer 250 na Christus.

De Vroege Middeleeuwen
In tegenstelling tot de rest van de Betuwe heeft Huissen doorlopend bewoning gehouden vanaf de Romeinse Tijd. In een oude meander van de Rijn lag een groep boerenhoeven, ter hoogte van het huidige Kempke. In 814 wordt deze nederzetting onder de naam Hosenheim voor het eerst genoemd. In de tiende eeuw werden er twee versterkingen bij gebouwd: de Grote Toren, die eeuwenlang het silhouet van Huissen bepaalde en de Dannenberg, een tufstenen rechthoekige burcht.

1242-1368
In 1242 blijkt Huissen in het bezit te zijn van de graven van Kleef. Deze hieven een tol op de Rijn. Bij die tol werd een burcht gebouwd en al spoedig ontstond een handelsnederzetting. Graaf Dirk IX (1310- 1347) heeft die handelsnederzetting rond 1314 tot stad verheven. De stad werd voor een groot deel in de veertiende eeuw aangelegd. De huidige hoofdstraten in de kom van Huissen zijn toen ontstaan.

1368-1502
Van 1368-1371 behoorde Huissen korte tijd bij het hertogdom Gelre. In diezelfde tijd leefde er Gravin Mechteld van Kleef, die het als weduwegoed mocht gebruiken. Zij stierf in 1384 op de Huissense burcht. Vanaf dat moment was Huissen weer Kleefs. Het werd in de vijftiende eeuw vooral een militaire voorpost voor de graven (sinds 1417 hertogen) van Kleef in hun vele oorlogen met de hertogen van Gelre. De handel had van die oorlogen zeer te lijden. Belangrijke bron van inkomsten vormde in die dagen de kersenteelt.

1502-1609
Maar net bleef Huissen in 1502 voor Kleef behouden. Ruim een maand werd de stad belegerd door de troepen van hertog Karel van Gelre. Een Kleefs ontzettingsleger versloeg de Geldersen op 26 juni 1502. Dit feit wordt nog jaarlijks herdacht! In de zestiende eeuw werd Huissen betrokken in de strijd om de Nederlandse onafhankelijkheid. Nederlandse en Spaanse troepen gebruikten de Betuwe vanaf 1568 regelmatig als gevechtsterrein. De zwakke hertogen van Kleef konden Huissen daarbij niet beschermen.

1609-1701
In 1609 stierf de laatste hertog van Kleef. Na een korte periode van onzekerheid kwam het land van Kleef en dus ook Huissen in het bezit van de keurvorst van Brandenburg. Vanaf dat ogenblik zetelden de landsheren van Huissen in Berlijn! Toch probeerde keurvorst Friedrich Wilhelm greep te krijgen op de gang van zaken in de steden. De stad Huissen kreeg een protestant stadsbestuur, terwijl de bevolking merendeels katholiek bleef. Met het St.-Elisabethsconvent (zustersklooster) als centrum werd Huissen belangrijk als vrijplaats voor de katholieken in Gelderland.

1701-1795
In 1701 verkreeg de keurvorst van Brandenburg het recht zich koning in Pruisen te noemen. Daarmee hoorde Huissen tot dat koninkrijk. De koningen streefden ernaar om hun land economisch af te schermen. Voor de enclave Huissen was dat een ramp. De plaats verarmde snel. Het enige produkt, dat op grote schaal kon worden verbouwd was tabak. Verder moest de bevolking ook hoge lasten opbrengen voor de vele oorlogen van koning Frederik II de Grote. De stad zelf verviel tot een bedenkelijk niveau.

1795-1816
Vanaf 1795 werd gesproken over de overdracht van Huissen aan Nederland.
Dat leidde tot een groot aantal wisselingen van soevereiniteit:
Tot 1806:          Koninkrijk Pruisen
1806-l808:        Groothertogdom Berg
1808-1810:       Koninkrijk Holland
1810-18l3:        Keizerrijk Frankrijk
1813(dec):        Vorstendom der Nederlanden
1813-l816:        Koninkrijk Pruisen
Vanaf 1816:      Koninkrijk der Nederlanden

1816-1890
Toen Huissen op 1 juni 1816 Nederlands werd, was het totaal geruïneerd. Rond 30% van de bevolking moest worden bedeeld. Pas vanaf het midden van de negentiende eeuw kwam daar verandering in. De tuinbouw ging de tabaksteelt vervangen. Van grote invloed hierop waren de paters Dominicanen, die sinds 1858 in Huissen waren gevestigd. Verder zorgde de steenfabrikage langs de Rijn voor werkgelegenheid. Hierdoor was de gemeente tegen de eeuwwisseling op gelijk niveau met de omgeving.

1890-1940
In de eerste decennia van de twintigste eeuw onderscheidde Huissen zich niet echt van andere Nederlandse gemeenten op het platteland. Er werden diverse ambachten uitgeoefend, zoals het mandenmaken. Vooral in de jaren twintig en dertig kwam er een steeds rijker verenigingsleven op. In 1923 was het tuinbouwgebied van Huissen zo sterk gegroeid, dat de aartsbisschop van Utrecht een tweede parochie instelde: die van de H. H. Martelaren van Gorcum in Huissen-Zand. Daardoor ontstond eigenlijk het afzonderlijke kerkdorp Huissen-Zand. Pastoor A.A. van Wijk bevorderde het onderscheid tussen Zand en Stad bijzonder. Zijn neef en tegenspeler in Huissen-Stad, pastoor Th. Van Wijk, deed daar zijn best om het parochieel leven te versterken. Het was voor Huissen echt "Het Rijke Roomsche Leven"!

De Tweede Wereldoorlog
Bij de mobilisatie in 1939 werden in Huissen Nederlandse torpedisten gelegerd. Bij de inval op 10 mei 1940 sneuvelden diversen van hen. De grote slagen voor Huissen kwamen in de jaren 1943-1945. Op 13 mei 1943 verwoestte een brandbombardement een deel van Huissen-Stad. Vanaf 17 september 1944 werden het Looveer, Stad en Zand regelmatig getroffen door bommen en granaten. Meer dan 200 mensen kwamen om, vooral bij een groot bombardement op 2 oktober 1944. Van oktober 1944 tot juni 1945 was de gemeente geëvacueerd. Geen Huissenaar was dus getuige van de bevrijding op 2 april 1945. Daarbij waren naast Britse en Canadese ook Belgische militairen betrokken.

1945-1970
Vrij kort na de bevrijding vierde Huissen (overigens ten onrechte) in 1948 het 600 jaar stad. Ondertussen was de gemeente bezig aan de wederopbouw. Daarbij werd een probleem, dat de gemeente sterk verdeeld was in kleine politieke belangengroepen. De gemeenteraad was jarenlang berucht om zijn verdeeldheid. Het is het stadsbeeld van Huissen niet ten goede gekomen. Een derde deel van de gemeente ging bovendien verloren door de annexatie van Malburgen door Arnhem in de jaren 1953 en 1966.

De traditie in Huissen
Na 1970 is de bevolking van Huissen bijna verdubbeld door de vele nieuwbouw, vooral op de Zilverkamp. Dat heeft de bevolking ook een totaal andere structuur gegeven. Toch koesterden de Huissenaren sterk het hun eigene: de tradities. Vele tradities (herdenking van Beleg en Ontzet, Paasvuur, Koningsschieten, Omdracht) worden sterk bevorderd door de beide schuttersgilden. Maar er zijn er nog meer; Kermis, Vleiskeuren, Carnaval. Er is heel wat te doen in Huissen!


OVER HUISSEN



Zicht op het centrum vanaf de ten oosten daarvan gelegen Rijndijk.

Huissen (uitspraak: Huussen) is een stad in het oosten van Nederland, in de provincie Gelderland (gemeente Lingewaard, in de streek Over-Betuwe) en heeft 19.414 inwoners (1 maart 2020). Huissen kreeg in 1314 stadsrechten. Huissen is de grootste plaats in de gemeente en ligt aan de Nederrijn, in het gebied tussen Arnhem en Nijmegen.
De plaats bestaat uit Huissen-stad, dat wil zeggen de oude "stad" en aangrenzende woonwijken, Huissen-Zand, een tweede aangrenzende kern vooral gericht op de tuinbouw, en de in de jaren zeventig van de vorige eeuw ontstane wijk Zilverkamp. Na enkele kleinere nieuwbouwwijken is thans de wijk Loovelden in ontwikkeling. Ten oosten van de stad zijn grote uiterwaarden te vinden. Bij het kleine industriegebied Looveer is Huissen via een veerpont over de Nederrijn verbonden met de Liemers. Aan de overzijde van de rivier behoort een kleine strook in de uiterwaarden tot Huissen. In het zuiden van de plaats aan de Linge bevindt zich het industrieterrein Pannenhuis, dat toegang geeft tot het agro-park Bergerden.
Het oude centrum wordt gekenmerkt door winkelstraten en horeca. Ten gevolge van bombardementen tijdens WO II is het aantal historische gebouwen gering.
De "skyline" wordt gedomineerd door de parochiekerk.


 

Historische Kring Huessen
 Museum Hof van Hessen

Vierakkerstraat 39, 
6851 BB  Huissen
tel:  026-3255058
(alleen tijdens openingsuren bereikbaar)

Openingstijden Museum Hof van Hessen
maandag  gesloten
alle andere dagen
geopend van
13.00 tot 16.30 uur
Inschrijven Nieuwsbrief

Wilt U onze Nieuwsbrief ontvangen ?
Stuur dan een mailtje met uw naam en e-mailadres naar nieuwsbrief@huessen.nl

 

Copyright © 2025 Historische Kring Huessen. Alle rechten voorbehouden.
Joomla! is vrije software uitgegeven onder de GNU/GPL licentie.