Huzarenstukje van Amerikanen op Holthuizen, 15/16 oktober 1944

uit Mededelingen jaargang 8, 1983, nr.1
verkenning7Zoals bekend stokte de geallieerde opmars in Nederlands op 17 september 1944 ingezet in de Operatie Market Garden, vier dagen later in de Betuwe. Eenheden van de 10e SS-Pantserdivieie Frundsberg brachten bij Elst de spits van het 30e Britse legerkorps tot staan en spoedig b!eek dat een verdere opmars uitgesloten was.
Zelfs deden de Duitsers verwoede pogingen in de eerste dagen van oktober om de geallieerde troepen weer uit de Betuwe te verjagen. Om aan deze Duitse tegenstoot het hoofd te kunnen bieden voerde het opperbevel van het 30e legerkorps extra troepen aan, o.a. de 53e Britse divisie.
Hieraan was ook een Amerikaans regiment toegevoegd, het 508th Parachute Infantry Regiment. Op 6 oktober 1944 werd dit regiment de Betuwe ingebracht. Het betrok posities ten noorden van Bemmel en ten oosten van Elst, ongeveer bij de buurtschap Aam.
Daar bleven zij tot 10 november. Het waren twee militairen van het 508th Parachute Infantry die op 15 en 16 oktober een huzarenstukje uithaalden, waarbij zij tenslotte op Groot Holthuizen - op door de Duitsers bezet Huissens grondgebied - belandden. Het boerderijcomptex Groot Holthuizen was destijds in pacht bij de fame C. Hoogerbrugge.
Korporaal Smith en soldaat eerste klas Heath verlieten de voorste positie van hun frontlijn voor een patrouille op 15 oktober om half 12 nachts(1). Zij gingen in de richting van de Linge, die op dat moment als scheiding van de troepen fungeerdeo De Linge die zoals bekend in de Oost-Betuwe geen rivier, maar een gegraven wetering is, bestond destijds op dat punt uit twee parallel lopende waterlopen.
De beide Amerikanen bereikten deze juist op een punt, waar over elke loop een kleine houten brug lag. Zij bekeken vanaf de zuidkant hoe Duitsers aan de overkant de schuttersputjes controleerden, (2) 1) waar steeds één soldaat zich moest bevinden. Twee Duitsers liepen langs de Linge en riepen in elke put: "Kamerad" Omdat de Amerikanen veronderstelden, dat deze controle elk uur zou plaatsvinden, wachtten zij een half uur in de hoop, dat de Duitsers dan wat slaperig zouden zijn.
Toen kroop eerst Smith en vervolgens Heath over de eerste brug. Zoals ze de Duitsers hadden zien doen liepen ze rechtop brutaalweg de tweede brug over. Zo bevonden zij zich om één uur 's nachts achter de Duitse linies. Ze volgden eerst een stukje twee sloten, de Huissense en de eerste Bergerdense Zeeg, maar toen zij geen vijanden zagen liepen zij dwars door het terrein naar het noorden tot ze aan de Bergerdense Straat kwamen.
Deze volgden ze in westelijke richting. Ze hoorden in het terrein Duitsers graven en ze zagen, dat er langs de weg een loopgraaf lag (3) . Viak voordat ze in Rijkerswoerd waren richtten ze hun tocht naar het noorden en liepen door het terrein totdat zij een groep afgebrande gebouwen in een boomgaard aan de Mooieweg bereikten. Het was de boerderij met bijgebouwen van de fam. C. Baars (thans - in nieuwbouw - fam. C. Baars Jr., Mooieweg 52).
verkenning8Zij vonden daar iets wat zij aanzagen voor een grote houten weegbrug, die in de grond was ingegraven. Omdat er een plank los zat, konden zij eronder kruipen en daar sliepen ze van zes tot negen (4) 2)
Eenmaal weer ontwaakt verkenden ze de omgevinge Zij verscholen zich achter een heg op de hoek van de Mooieweg en de Zeegwal en zagen van daaruit twee Duitsers bezig met een kar aan de Loostraat.(5). Op deze straat zagen zij ook een burger lopen en iets later namen ze een Duitser waar op de Eldense Dijk. Na eerst de loopgraven langs de Mooieweg te hebben bekeken, gingen ze om half twaalf daar een huis binnen.
Zij vonden een overvloed aan bewijzen, dat het huis door de Duitsers was gebruikt. Achter het huis vonden zij in de boomgaard resten van een Messerschmidt 109 (6)(3 Zij bleven tot zes uur in dit huis, waarbij ze nog een DuLtser zagen lopen op hun slaapplaats van die morgen, de boerderij van Baars.
Nadat de schemering was ingevallen liepen Smith en Heath naar de Eldense Dijk. Brutaalweg gingen ze over die dijk in oosteliike richting tot aan de boerderij Groot Holthuizen. Diverse gebouwen, die ze passeerden, werden gebruikt en achter de dijk — in de uiterwaarden dus - lag weer een loopgraaf. Op hùn terugweg over de dijk werden ze bijna door een wagen met zes man overreden (7).verkenning9 Verder kwamen ze nog een Duitser tegen, "that took no notice of them" !. Zij gingen terug naar hun schuilplaats van die middag om te zien, hoe ze terug konden komen naar de eigen linie. Daarvoor besloten ze de radicaalste manier te kiezen. Ze liepen eerst de Mooieweg en daarna de Zeegwal af tot aan de Bergerdense Straat. Rechttoe rechtaan gingen ze terug naar de beide bruggen, die ze zonder problemen passeerden. Het was intussen half tien, toen ze besloten, dat ze eigenlijk best een Duitser mee konden nemen. Dus: terug de Linge over, waarna ze het water volgden. In het eerste schuttersputje, dat ze vonden, riep Heath: "Comrade" maar het bleek leeg. Het tweede, dat ze vonden; was een complete machinegeweeropstelling met slaapplaatsen, maar wel weer leeg.
Het derde gat leverde het gewenste resultaat. Op Heathe roep "Comrade" stak een Duitse soldaat hoofd en schouders uit het gat (8). Om hem duidelijk te maken, dat hij gevangen werd genomen, hielden ze hem de loop van hun machinepistool in het gezicht. Hij stak zonder aarzeling zijn handen op. Nadat ze hem gezegd hadden zijn armen weer omlaag te doen en hem uit het gat hadden laten komen, liepen Smith en Heath met hun gevangene rechtop door het terrein naar de brug.
Om half 12, na precies 24 uur afwezigheid, waren zij terug bij hun eigen linie(9).
DR.E.SMIT

BRONNEN:
W.G.Lord, History of the 508th Parachute Infantry. Washington, 1948. Public Record Office Kew - Reference WO 171/505.

NOTEN :

1) De witte cijfers op zwarte achtergrond verwijzen naar de desbetreffende afbeeldingen op de pagina is 26 en 27.
2) Inderdaad bevond zich bij de boerderij van de fam. Baars een houten weegbrug. Na de oorlog is deze instal latie verwijderd. Vriendelijke mededeling van de heer C. Baars Jr.
3) Volgens de heer Baars moet hier een vergissing in het spel zijn. De ME 109 was niet op de door de Amer ikanen aangegeven plaats neergestort, maar op een perceel weiland schuin achter de boerderij van de fam. Baars. De heer Baars heeft die plek op de kaart (pag.20 en 21) aangegeven. Hij heeft als jongeman de Messerschmidt 109 zelf zien neerkomen na een iuchtgevecht met Britse jagers.
De piloot wist uit het toestel te komen. Hij meende binnen de Engelse linies te zijn verzeild geraakt. Het betrokken perceei wordt binnen de familie nog altijd "het vliegtuigstuk" genoemd.

FATROUILLE WERD IN BEELD GEBRACHT (zie afbhieronder)
De verkenningspatrouille van Corporal. Heath en Private First Class Smith werd in beeld gebracht in het boek dat aan de geschiedenis van het betrokken regiment (De Rode Duivels) is gewijd: "History of the 508th Parachute Infantry" (Washington 1948)
Het boek is in de bibliotheek aanwezig. Wij reproduceren het "bee!dverhaal" verkleind hiernaast. Wij mogen daarbij aantekenen, dat in het boek als data, waarop de patrouille werd uitgevoerd, worden vermeld 17 en 18 oktober 1944.
In het door dr. Smit en drs. Zweers geraadpleegde oorsprokelijke verslag van de patrouilles dat aanwezig ie in het Public Record Office te Kew (Engeland) worden echter als data 15 en 16 oktober vermeld. De acht prentjes uit het "beeldverhaal" zijn vergroot weergegeven op de pagina's 26 en 27, voorzien van met het verhaal corresponderende teksten.
Als curiosum moge nog worden vermeld; dat zich op maandag, 16 oktober 1944 ook Engelsen op Huissens grondgebied bevonden. In het (gemeentelijk) rapport over die periode valt onder genoemde datum namelijk te lezen: "de gehele dag storingsvuur der artillerie. Weinig vliegtuigen.
De Engelsen komen niet verder dan de Karbrug maar nachtelijke patrouilles wagen zich tot Karstraat - Nieuwe Diep"
De aanwezigheid van nachtelijke Engelse patrouilles was de volgende dag vaak óók af te leiden uit lege doosjes Player-sigaretten, die de soldaten hadden weggegooid.
Wij - de heren The Rijsemus en Larsen (van het kantoor van de zgn. Plaatselijke Bureauhouder) en ondergetekende vonden er b.v. op 9 oktober 1944 in de Karstraat nabij het Nieuwe Diep; toen we op weg waren naar Angeren (via Kamervoort) om toestemming te vragen op verzoek van plv. burgemeester H.J.Siepman aan de betrokken artillerie-officier (Oberstleutnant Kimmle), die zetelde in het torentje van de hervormde gemeente te Angeren; om te mogen doen dorsen op de boerderij De Zilverkamp i.v.m. het door de dorsmachine te veroorzaken lawaai, dat door de Engelse peilwagens als het geluid van Duitse pantserwagens zou kunnen worden geïdentificeerd.
H.W.J.D.

verkenning6verkenning5

verkenning10verkenning11

 

 

verkenning12